Les 1 periode 4 bloeddruk, sportvoeding, epilepsie

De vitale begeleider
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De vitale begeleider

Slide 1 - Diapositive

Wat is ook alweer een auditieve beperking?
A
slecht ziend
B
slecht horend
C
slecht lopend
D
slecht pratend

Slide 2 - Quiz

Hoe kun je het beste de aandacht vragen van iemand met een auditieve beperking?
A
Harde fluit gebruiken
B
Op de schouder tikken
C
(Zak) lamp gebruiken
D
pittenzak naar ze toe gooien

Slide 3 - Quiz

Er moet sprake zijn van lijdensdruk, en disfunctioneren op sociaal gebied en arbeidsmatig gebied en afhankelijkheid van een middel. Wat is hier aan de hand?
A
Autisme
B
Verslaving
C
ADHD
D
Dyslexie

Slide 4 - Quiz

Verslaving 
Verslaafd betekent: afhankelijkheid van een middel. 

Er moet sprake zijn van lijdensdruk en disfunctioneren op sociaal gebied, arbeidsmatig gebied en of op het gebied van studie en opleiding. 

Gokken, hardlopen, seks, gamen, brandstichten of stelen. 


Slide 5 - Diapositive

Welke 4 macronutriënten onderscheiden we?

Slide 6 - Carte mentale

De macro's 

koolhydraten
eiwitten
vetten
alcohol 

Slide 7 - Diapositive

Welke macronutriënt zal er VOOR de wedstrijd vooral gegeten moeten worden?
A
koolhydraat
B
eiwit
C
vet
D
alcohol

Slide 8 - Quiz

Welke macronutriënt zal er TIJDENS de rust van de training gegeten moeten worden?
A
koolhydraat
B
eiwit
C
vet
D
alcohol

Slide 9 - Quiz

Welke macronutriënten zal er na de training gegeten moeten worden
A
koolhydraat
B
eiwit
C
vet
D
alcohol :)

Slide 10 - Quiz

Waarom? 

Slide 11 - Diapositive

Bloeddruk
De bloeddruk of tensie is de vloeistofdruk in het slagadersysteem. 

De bloeddruk wordt weergegeven door middel van twee kengetallen, de systolische druk of bovendruk en de diastolische druk of onderdruk, gescheiden door een schuine streep. 

Bijvoorbeeld  120/80 mmHg.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Wat kun je doen om je bloeddruk gezond te houden?

Slide 14 - Carte mentale

Gezonde bloeddruk
Afvallen
stoppen met roken
Meer bewegen
Minder zout 
minder alcohol 

Slide 15 - Diapositive

Wat zijn klachten van een lage bloeddruk?

Slide 16 - Carte mentale

Lage bloeddruk

Licht in het hoofd of duizelig

Vermoeid

Slide 17 - Diapositive

Epilepsie 
Epilepsie komt bij ongeveer 1 op de 150 a 200 mensen voor en ontstaat meestal voor het 25e levensjaar. 

Het samenspel van stimulerende en remmende prikkels is verstoord. Bij een epileptische aanval worden er veel te veel prikkels tegelijkertijd doorgegeven. 

Slide 18 - Diapositive

Oorzaak 

Er bestaat geen eenduidige oorzaak voor het ontstaan van epilepsie. Epilepsie is dan ook geen ziekte, maar meer een symptoom dat kan optreden bij diverse aandoeningen, maar dat ook als verschijnsel op zich voorkomt. 

Slide 19 - Diapositive

Sporten en epilepsie; 
Uit onderzoek onder zo’n duizend kinderen blijkt dat er nauwelijks meer blessures voorkomen bij kinderen met epilepsie in vergelijking met kinderen zonder epilepsie.
Het verdrinkingsgevaar is WEL ongeveer 3 a 4 keer zo groot. 

Ongeveer 45% van de mensen met epilepsie doet aan sport, terwijl dit rond de 65% ligt bij mensen zonder beperking. 
Vooral angst houdt deze mensen tegen, maar dit is in de meeste gevallen onnodig.

Slide 20 - Diapositive

Het belang van bewegen
- Als iemand door zijn of haar epilepsie in sport wordt ontzegt, zorgt dit voor een gevoel van anders- zijn en isolatie. Bovendien leidt het niet deelnemen aan sportactiviteiten op jonge leefstijl eerder tot bewegingsarmoede op oudere leeftijd.
- Sportbeoefening bevordert de lichamelijke conditie en de algemene gezondheid.
- Tijdens sportbeoefening neemt de kans op aanvallen in het algemeen af.
- Sportgevoel vergroot het gevoel van eigenwaarde.

Slide 21 - Diapositive

Tips voor sporten met epilepsie;
- Zorg voor een goede warming- up en cooling down.
- Zorg vooral voor toezicht in het kleedlokaal en bij het douchen, omdat de meeste aanvallen na afloop optreden.
- Laat mensen met epilepsie niet alleen sporten (zoals bij een bosloop).
- Neem beschermende maatregelen bij risicovolle sporten (gebruik van landingsmatten).
- Zorg voor verantwoorde begeleiding bij het zwemmen.
- Na 1 jaar aanvalsvrij te zijn, mag iemand weer autorijden, dit vindt de overheid een aanvaardbaar risico.
- Vermijd extreme vermoeidheid, hitte en stress.
- Leer mensen omgaan met hun grenzen, zodat ze zelf tijdig gas terug kunnen nemen.
- Is er medicatie? Maak afspraken dat jij hier bij kunt. 

Slide 22 - Diapositive

Epilepsie ontstaat meestal na het 25e levensjaar?
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Bij een epileptische aanval worden er veel teveel prikkels in 1x doorgegeven
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Epilepsie is een ziekte
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Mensen met epilepsie kunnen beter niet sporten
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Noem 2 tips voor sport en mensen met epilepsie

Slide 27 - Carte mentale