9-1-23 havo 5

Welke 4 machtsbronnen onderscheiden we?
1 / 20
suivant
Slide 1: Question ouverte
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welke 4 machtsbronnen onderscheiden we?

Slide 1 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale stratificatie is
A
Het stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder
B
Het ervaren van oorzaken buiten jou om
C
Zelf je best doen om hogerop te komen
D
De verdeling van de groepen op basis van ongelijkheid

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 4 verschillende soorten sociale ongelijkheid zijn er?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kind van twee ouders die in de bijstand zitten haalt een hbo-diploma en krijgt een baan aangeboden.
A
Stijging, positietoewijzing
B
Stijging, positieverwerving
C
Daling, positietoewijzing
D
Daling, positieverwerving

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 3 soorten kapitaal onderscheiden we?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Van een dubbeltje een kwartje worden kan gemakkelijker in een:
A
gesloten samenleving
B
open samenleving

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 5 klassen onderscheiden we in onze samenleving?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verpleegkundige is een typisch beroep voor vrouwen. Dit is een voorbeeld van
A
Functiesegregatie
B
Gesloten samenleving
C
Open samenleving
D
Beroepensegregatie

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit wat subjectieve arbeidsmarktkansen zijn.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het beleid naar het juiste instrument.
Sociale zekerheidsbeleid
Onderwijsbeleid
Inkomens-
verdelingsbeleid
Actief arbeidsmarktbeleid
Wijkgericht achterstandsbeleid
Werkloosheid-uitkering (WW)
Subsidiëren van taalscholen voor mensen met een taalachterstand
Het Nederlandse belastinglandschap aantrekkelijk maken voor bedrijven. 

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem de 4 omgevingsfactoren van sociale ongelijkheid

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Jaap van Dissel (RIVM) staat op de tweede plek in de Top 200 van invloedrijkste Nederlanders.
A
Theorie van het pluralisme
B
Machtselitetheorie

Slide 12 - Quiz

Theorie van pluralisme = de moderne samenleving bestaat uit een veelheid van maatschappelijke groepen die allemaal verschillende belangen vertegenwoordigen.  

2 Machtselite theorie = er is een machtselite die sleutelposities inneemt op sociaaleconomisch en politiek terrein. 
Op welke 4 gebieden heeft je maatschappelijke positie invloed?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn 4 componenten van sociale uitsluiting. Bij welke past de 'digitale kloof' het beste?
A
Beperkte sociale en politieke participatie
B
Beperkte normatieve integratie
C
Tekort aan elementaire levensbehoeften
D
Geringe toegang tot sociale grondrechten

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer iemand makkelijk kan klimmen op de maatschappelijke ladder noemen we dat...
A
Sociale stratificatie
B
Sociale uitsluiting
C
Sociaal kapitaal
D
Sociale mobiliteit

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn 4 componenten van sociale uitsluiting. Bij welke past de 'digitale kloof' het beste?
A
Beperkte sociale en politieke participatie
B
Beperkte normatieve integratie
C
Tekort aan elementaire levensbehoeften
D
Geringe toegang tot sociale grondrechten

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn 4 componenten van sociale uitsluiting. Bij welke past de 'digitale kloof' het beste?
A
Beperkte sociale en politieke participatie
B
Beperkte normatieve integratie
C
Tekort aan elementaire levensbehoeften
D
Geringe toegang tot sociale grondrechten

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn 4 componenten van sociale uitsluiting. Bij welke past de 'digitale kloof' het beste?
A
Beperkte sociale en politieke participatie
B
Beperkte normatieve integratie
C
Tekort aan elementaire levensbehoeften
D
Geringe toegang tot sociale grondrechten

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maatschappelijke verschillen kunnen zorgen voor conflicten op welke 5 gebieden?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Passen de vrijetijdsbestedingen eerder bij de elitecultuur of bij de massacultuur?
Massacultuur
Elitecultuur

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions