13.4 Kou en hitte


Startopdracht:
Beantwoord samen de voorkennisvragen hiernaast.


Les:
Uitleg 
Opdrachten 
Afsluiting 

Voorkennisvragen 13.4 

  • Hoe houdt een vacht warmte vast?
  • Hoe kan een dier aangepast zijn aan de kou?
  • Hoe kan een dier aangepast zijn aan hitte?
  • Wat is koudbloedig en wat is warmbloedig?
  • Wat gebeurt er in de winterslaap met een dier?




timer
5:00
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


Startopdracht:
Beantwoord samen de voorkennisvragen hiernaast.


Les:
Uitleg 
Opdrachten 
Afsluiting 

Voorkennisvragen 13.4 

  • Hoe houdt een vacht warmte vast?
  • Hoe kan een dier aangepast zijn aan de kou?
  • Hoe kan een dier aangepast zijn aan hitte?
  • Wat is koudbloedig en wat is warmbloedig?
  • Wat gebeurt er in de winterslaap met een dier?




timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Aanpassingen aan kou
Dieren overleven in koude gebieden door zich te isoleren.
Net als je een huis isoleert om de warmte binnen te houden.

Dit doen ze door een dikke vetlaag(spek) te hebben, of lucht in hun vacht of veren stil te zetten

Slide 2 - Diapositive

warmbloedig 
Temperatuur redelijk constant
koudbloedig
Temperatuur zelfde als omgeving

Slide 3 - Diapositive

Warmbloedig
Manieren om warm te blijven:

* isoleren: wintervacht/verenkleed/vetlaag
* klein oppervlak
* kou vermijden: winterslaap/winterrust
      Winterslaap: dier blijft slapen, lichaamstemp., hartslag en ademhaling                gaan omlaag
      Winterrust: dier slaapt, maar wordt wakker om voedsel te eten

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Aanpassingen aan warmte
Om te overleven in een warm gebied moet je je warmte kwijt kunnen raken.

Dit doe je op verschillende manieren, maar je geeft de warmte graag af aan de lucht.
Door te zweten of door de lucht langs een deel van het lichaam te laten waaien met veel bloedvaten

Slide 6 - Diapositive

Warmbloedig 
Manieren om af te koelen

* zomervacht/verenkleed/vetlaag
* warmte afgeven via bloed, huid
* lucht laten stromen
* hijgen
* zweten

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

13.4 deel 1
Maken opdrachten:
2, 3, 5, 6, 7, 9 en 10

 
Nakijken. 

Hoe zorg je dat je de stof voor de toets bijhoudt?

Pak de leerdoelen erbij
Kun je ze uitleggen? 
Na de opdrachten:
Keuze mogelijkheden om te werken aan leerdoelen:

  • Samenvatting boek gebruiken/ zelf een samenvatting maken
  • Kijk goed naar de bronnen!!
  • Leren, hoe? begrippen opschrijven?
  • Aantekeningen leren
  • Oefenen met test jezelf/ oefentoets/ (examentraining). In je boek/online.
  • werkboekvragen doornemen, welke vond je moeilijk? Snap je ze nu?
  • LessonUp lessen doornemen
  • ??
timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

Waarom zal een vogel er in de winter dikker uit zien dan in de zomer?
A
Hij heeft meer veren tegen de kou
B
Hij houd een laagje lucht vast tussen zijn veren voor isolatie
C
Hij heeft meer gegeten om een vetlaag te hebben
D
Hij is gewoon dik

Slide 10 - Quiz

Hoe is dit dier goed aangepast aan de kou. Noem 2 dingen

Slide 11 - Question ouverte

Hoe is dit dier aangepast aan de warmte? noem 1 ding

Slide 12 - Question ouverte

Deze les
  • Voorkennis
  • Uitleg over 13.4 deel 2
  • Opdrachten maken 
  • Leerdoelencheck

Slide 13 - Diapositive

Welk dier koelt sneller af?
Welke lijn hoort waarbij?

Slide 14 - Diapositive

Leerdoelen 13.4 

- Je kunt beschrijven hoe dieren zijn aangepast aan kou.
- Je kunt uitleggen waardoor een klein dier sneller afkoelt dan een groot dier. 
- Je kunt beschrijven hoe dieren zijn aangepast aan hitte.
- Je kunt uitleggen hoe koudbloedige dieren reageren op temperatuursveranderingen.
- Je kunt uitleggen hoe planten droogte overleven. 



Slide 15 - Diapositive

 koudbloedig dier
Koudbloedige dieren nemen de temperatuur van hun omgeving aan.

Lichaam opwarmen: in de zon liggen
Lichaam afkoelen: in de schaduw/in het water

Te koud: verbranding langzamer, bewegen trager

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Hoe overleven planten droogte?
Woestijnplanten

Verdamping tegengaan
  • Vetlaagje rond de bladeren
  • Kleine blaadjes met weinig huidmondjes
  • Behaarde bladeren

Water opnemen en opslaan 
  • Lange wortels of breed vertakt en oppervlakkig
  • Water opslaan in de stengel

Slide 18 - Diapositive

Hoe zijn planten aangepast aan de kou?
Poolplanten: bestand zijn tegen kou en bevroren grond
In bevroren gebieden kunnen de wortels geen water
uit de grond halen. 
  • Vaak liggen wortels in bovenste laag van de grond
    wat niet bevoren is. 
  • Kleine blaadjes, weinig fotosynthese = blijven klein
  • Groeien in groepen (tegen warmteverlies) 
  • Donshaartjes voor isolatie 

Slide 19 - Diapositive

Waardoor koelt een klein dier snel af?
Afkoelen via de huid: lichaamsoppervlak

- Klein dier: meer lichaamsoppervlak 
ten opzichte van inhoud

Slide 20 - Diapositive

13.4 deel 2  (eerst 10 min. in stilte)

Maken opdrachten:
(2, 3, 5, 6, 7, 9 en 10 van vorige keer)
11, 12, 13, 14, 16, 17, 19 en 21

 
Klaar? --> Nakijken. 


Laatste 5 min.: leerdoelencheck.

 
Na de opdrachten:

  • Samenvatting boek gebruiken/ zelf een samenvatting maken
  • Kijk goed naar de bronnen!!
  • Leren, hoe? begrippen opschrijven?
  • Aantekeningen leren
  • Oefenen met test jezelf/ oefentoets/ (examentraining). In je boek/online.
  • werkboekvragen doornemen, welke vond je moeilijk? Snap je ze nu?
  • LessonUp lessen doornemen
  • ??

Slide 21 - Diapositive

Leerdoelencheck 
Bespreek per tweetal of je onderstaande leerdoelen beheerst: 
  • Je kunt beschrijven hoe dieren zijn aangepast aan kou.
  • Je kunt uitleggen waardoor een klein dier sneller afkoelt dan een groot dier.
  • Je kunt beschrijven hoe dieren zijn aangepast aan hitte.
  • Je kunt uitleggen hoe koudbloedige dieren reageren op temperatuursveranderingen.
  • Je kunt uitleggen hoe planten droogte overleven. 


timer
1:00

Slide 22 - Diapositive