Stel, je hebt onderzoeksvraag 3 (zie vraag 2).
Geef antwoord op die vraag. Onderbouw je antwoord met twee argumenten en gebruik signaalwoorden in je antwoord.
Je eigen antwoord, bijvoorbeeld:
De groei van het aantal auto’s is goed. Ten eerste heeft de auto het leven van mensen leuker gemaakt, want je kunt makkelijker op vakantie. Ten tweede kunnen mensen makkelijker iets
verder reizen om te werken – en dat is goed voor de economie.