H2.5 | Onderzoek doen

H2.5 | Onderzoek doen

Opdrachten 1 t/m 7
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H2.5 | Onderzoek doen

Opdrachten 1 t/m 7

Slide 1 - Diapositive

Opdracht 1
Gebruik uitleg 1.
Stel, je hebt als onderzoeksvraag: ‘Waarom groeide het aantal auto’s in Nederland vanaf 1960 sterk?’
Waar vind je in die vraag de drie w’s? Vul het schema in.

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 2
Gebruik uitleg 2 ‘Soorten onderzoeksvragen’.
Hieronder staan drie onderzoeksvragen. Geef telkens aan om wat voor soort onderzoeksvraag het gaat. Kies uit: beschrijvende • verklarende • waarderende.

1 Wat zijn voor Nederlanders voordelen en nadelen van de opkomst van de auto vanaf 1950?
2 Waarom groeide het aantal auto’s in Nederland vanaf 1960 sterk? 
3 Is de groei van het aantal auto’s in Nederland vanaf 1950 goed of slecht?

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 2
Gebruik uitleg 2 ‘Soorten onderzoeksvragen’.
Hieronder staan drie onderzoeksvragen. Geef telkens aan om wat voor soort onderzoeksvraag het gaat. Kies uit: beschrijvende • verklarende • waarderende.

1 Wat zijn voor Nederlanders voordelen en nadelen van de opkomst van de auto vanaf 1950?
2 Waarom groeide het aantal auto’s in Nederland vanaf 1960 sterk?
3 Is de groei van het aantal auto’s in Nederland vanaf 1950 goed of slecht?

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 2
  • Vraag 1 is een beschrijvende vraag.
  • Vraag 2 is een verklarende vraag.
  • Vraag 3 is een waarderende vraag

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 3
Gebruik uitleg 3 en alle bronnen.

Stel, je hebt onderzoeksvraag 1 (zie vraag 2).
Welke bron is helemaal niet bruikbaar voor je onderzoek? Leg je antwoord uit.

  • Bron 1, want de bron gaat over het jaar 1898, terwijl je de periode vanaf 1950 onderzoekt.

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 4a
Stel, je hebt onderzoeksvraag 2 (zie vraag 2).
Toon met informatie uit bron 7 aan dat het aantal auto’s vanaf 1960 sterk groeide.
  • Tussen 1950 en 1960 kwamen er zo’n 400.000 auto’s meer. Tussen 1960 en 1970 was de toename groter, namelijk zo’n 2 miljoen auto’s.

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 4c
Beantwoord de onderzoeksvraag met je kennis uit dit hoofdstuk.

  • Vanaf de jaren 1960 namen de economische groei en de welvaart toe. Steeds meer mensen konden een auto kopen.

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 5
Stel, je weet niet zeker of auto’s luchtvervuiling veroorzaken. Je vindt bron 3. Beoordeel de betrouwbaarheid van bron 3. Maak de zinnen kloppend.
De bron is gemaakt door een deskundigeonbekende burger. De bron is ruim 50 jaar oudkort geleden gemaakt. De bron heeft als doel een mening over te brengen / wetenschappelijke informatie te verspreiden
Bron 3 geeft dus welgeen betrouwbare informatie over luchtvervuiling door auto’s.

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 6a
Stel, je hebt onderzoeksvraag 1 (zie vraag 2).
Gebruik bron 2. Welk voordeel van de auto laat de bron zien?
  • Mensen konden met de auto makkelijker op vakantie.

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 6b
Bedenk twee andere voordelen van de auto voor het dagelijks leven van mensen.
Bijvoorbeeld: 
  1. boodschappen doen
  2. een uitje maken of familie bezoeken is makkelijker
  3. je kunt verder van je werk gaan wonen.

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 6c
Gebruik bron 3. Laat deze bron een voordeel of een nadeel zien? Leg je antwoord uit.
  • Een nadeel, want volgens de maker hadden burgers last van luchtvervuiling.

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 6d
Gebruik bron 4. Leg uit dat deze bron een voordeel en een nadeel van de opkomst van de auto laat zien.
Voordeel: 
  • met de auto kun je je over de brede snelwegen snel verplaatsen.
Nadeel: 
  • door het bouwen van deze wegen verdwenen natuur en weilanden.

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 6e
Gebruik bron 5 en 6. Laten deze bronnen een voordeel of een nadeel zien? Leg je antwoord uit.
  • Een nadeel, want uit beide bronnen blijkt dat er veel ongelukken in het verkeer waren.

Slide 14 - Diapositive

Opdracht 6f
Gebruik bron 5 t/m 7. Noem twee redenen waardoor het aantal ongelukken in de jaren 1970 tot recordhoogte steeg.

  • De wegen waren veel drukker geworden.
  • Er waren minder wetten voor automobilisten.

Slide 15 - Diapositive

Opdracht 7
Stel, je hebt onderzoeksvraag 3 (zie vraag 2).
Geef antwoord op die vraag. Onderbouw je antwoord met twee argumenten en gebruik signaalwoorden in je antwoord.
Je eigen antwoord, bijvoorbeeld: 
De groei van het aantal auto’s is goed. Ten eerste heeft de auto het leven van mensen leuker gemaakt, want je kunt makkelijker op vakantie. Ten tweede kunnen mensen makkelijker iets
verder reizen om te werken – en dat is goed voor de economie.

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk
H3 | Sociale zekerheid en de verzorgingsstaat in Nederland
Oriëntatie blz. 96-97
Maken opdrachten 1 t/m 4

Slide 17 - Diapositive