2 kgt 4.4 Grammatica les 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

2 kgt 4.4 Grammatica les 3

Alle woordsoorten tot nu toe

Je kent inmiddels best veel woordsoorten. Voordat de echte eindopdracht van deze paragraaf begint, gaan we ze nog even opfrissen.

Sleep de woordsoorten naar de juiste voorbeelden.

op, na, voor, gedurende

opbergen, zijn, keek, gelopen

de, het, een

vijf, weinig, tiende, laatste

prachtig, Nederlandse, groot

Utrecht, meisje, geld, kapper

lidwoord (lw)

zelfstandig naamwoord (zn)

bijvoeglijk naamwoord (bn)

werkwoord (ww)

voorzetsel (vz)

telwoord (tw) (hoofd- en rang-)

Benoem de woordsoort

Kleine kinderen drinken 's morgens vaak melk.

'Melk' is een...

1. lidwoord
2. voorzetsel
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Benoem de woordsoort

De volle maan verlichtte het sprookjesachtige landschap.

'sprookjesachtige' is een ...

1. lidwoord
2. voorzetsel
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Benoem de woordsoort

De getuige had twee jongens door de straat zien rennen. 

'twee' is een ...

1. zelfstandig naamwoord
2. telwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. werkwoord

Benoem de woordsoort

Moet je altijd je zin krijgen?

'Moet' en 'krijgen' zijn...

1. lidwoorden
2. werkwoorden
3. bijvoeglijk naamwoorden
4. telwoorden

Klaar voor de eindopdracht?

Je hebt je kennis over woordsoorten weer even opgefrist, dus je mag nu de eindopdracht van deze paragraaf gaan maken.

Uitleg

Hiernaast zie je een tekst met onderstreepte woorden. In de volgende opgaven krijg je steeds een zin uit deze tekst waarbij jij het onderstreepte woord moet benoemen. Dezelfde zin komt een paar keer voorbij.

Een van de bekendste technische universiteiten van de wereld werkt aan een ring waarmee blinden  en slechtzienden elk boek kunnen lezen.

1. werkwoord
2. lidwoord
3. voorzetsel
4. telwoord

Een van de bekendste technische universiteiten van de wereld werkt aan een ring waarmee blinden  en slechtzienden elk boek kunnen lezen.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. werkwoord

Een van de bekendste technische universiteiten van de wereld werkt aan een ring waarmee blinden  en slechtzienden elk boek kunnen lezen.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. werkwoord

Een van de bekendste technische universiteiten van de wereld werkt aan een ring waarmee blinden  en slechtzienden elk boek kunnen lezen.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. werkwoord

En dit zonder dat de tekst in braille staat of dat het een 

e-book is.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. werkwoord

En dit zonder dat de tekst in braille staat of dat het een 

e-book is.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. werkwoord

In de ring, die om de wijsvinger gedragen wordt, zit een klein cameraatje dat de tekst scant als je er overheen gaat.

1. telwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. lidwoord

In de ring, die om de wijsvinger gedragen wordt, zit een klein cameraatje dat de tekst scant als je er overheen gaat.

1. telwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. lidwoord

Een stem, vergelijkbaar met de stem van Google Translate, leest de tekst vervolgens voor.

1. telwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. lidwoord

Een stem, vergelijkbaar met de stem van Google Translate, leest de tekst vervolgens voor.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. werkwoord

Via trillingen laat de ring weten of je wel op de juiste regel blijft.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. werkwoord

Heel kleine letters, zoals die op de label
van je broek of de ingrediënten van een chocoladereep, pikt de ring niet op.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. werkwoord

Heel kleine letters, zoals die op de label
van je broek of de ingrediënten van een chocoladereep, pikt de ring niet op.

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. voorzetsel
4. lidwoord

Heel kleine letters, zoals die op de label
van je broek of de ingrediënten van een chocoladereep, pikt de ring niet op.

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. voorzetsel
4. bijvoeglijk naamwoord

Heel kleine letters, zoals die op de label
van je broek of de ingrediënten van een chocoladereep, pikt de ring niet op.

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. voorzetsel
4. bijvoeglijk naamwoord

Maar tijdschriften en boeken met normale

lettergroottes moeten gewoon leesbaar zijn.

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. voorzetsel
4. bijvoeglijk naamwoord

Fantastisch nieuws dus voor mensen die niet kunnen zien.

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. voorzetsel
4. bijvoeglijk naamwoord

Fantastisch nieuws dus voor mensen die niet kunnen zien.

1. zelfstandig naamwoord
2. werkwoord
3. voorzetsel
4. bijvoeglijk naamwoord

Er is dan ook drie jaar aan gewerkt. Wanneer het apparaat op de markt komt en voor hoeveel, is nog niet duidelijk.

1. telwoord
2. lidwoord
3. voorzetsel
4. bijvoeglijk naamwoord

Ging het goed?

1. ja
2. nee

Nalezen

Mocht je de opdrachten nog een keer willen nalezen, dan kun je in je boek op bladzijde 155 kijken. Je hoeft nu niks meer in je schrift te maken. Volgende week een kort weekje i.v.m. Pasen.

Geniet van je extra lange paasweekend!