mewerkend voorwerp

meewerkend voorwerp
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

meewerkend voorwerp

Slide 1 - Diapositive

Weet jij wat het meewerkend voorwerp is?
ja
nee

Slide 2 - Sondage

Het meewerkend voorwerp is......
Hoe vind je een meewerkend voorwerp in een zin?
Er staat altijd maar maximaal één meewerkend voorwerp (mv) in een zin. Het meewerkend voorwerp (mv) kun je vinden door de volgende vraag te stellen: mv: aan/voor wie + wwg + ow + (lv)? Let op: Het voorzetsel 'aan' of 'voor' kan bijna altijd worden weggelaten of toegevoegd bij het meewerkend voorwerp.

Slide 3 - Diapositive

uitleg!!!
Kate geeft een cadeautje aan haar vader.
Het onderwerp van deze zin is ‘Kate’. Zij doet namelijk iets.
 Zij geeft.
Het lijdend voorwerp is ‘een cadeautje’. Dat wordt namelijk gegeven.
Aan het meewerkend voorwerp wordt vaak iets gestuurd, overhandigd of gegeven. In de voorbeeldzin wordt het cadeautje gegeven.  Of er wordt iets voor hem gemaakt. ‘aan haar vader’, dus dat is het meewerkend voorwerp.


Slide 4 - Diapositive

zoek in de volgende zinnen het meewerkend voorwerp!

Slide 5 - Diapositive

'' De kok bereidde een diner voor zijn gasten.''

Slide 6 - Question ouverte

''Lisa bracht haar vriend een lekker ontbijt.''

Slide 7 - Question ouverte

''De regering geeft het onderwijs extra geld.''

Slide 8 - Question ouverte

''De toets heeft Jan een onvoldoende opgeleverd''

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive