Herhaling t/m les 15
1 / 37
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat komt eerst in het woordenboek?
A
raam
B
staan
Slide 3 - Quiz
Wat komt eerst in het woordenboek?
A
blok
B
bol
Slide 4 - Quiz
Schrijf de klinkers
Slide 5 - Carte mentale
Verdeel in zinsdelen:
De docent staat voor het bord.
De docent staat voor het bord.
Slide 6 - Carte mentale
Slide 7 - Diapositive
Arda kijkt naar zijn telefoon
A
hij
B
zij
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
zakhar en vadym komen uit oekraïne
Slide 10 - Question ouverte
in de middag gaat andrii naar huis
Slide 11 - Question ouverte
Enkelvoud naar meervoud:
Jij zit op een stoel.
Jij zit op een stoel.
Slide 12 - Question ouverte
Enkelvoud naar meervoud:
Ik ga naar huis.
Ik ga naar huis.
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Moeder was de lakens.
Slide 15 - Question ouverte
Het geitje mekkert.
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Wat is het meervoud?
Voorbeelden
Voorbeelden
Slide 18 - Carte mentale
ev - mv
de kaart
de kaart
Slide 19 - Question ouverte
ev - mv
de muur
de muur
Slide 20 - Question ouverte
ev - mv
het huis
het huis
Slide 21 - Question ouverte
ev - mv
de prijs
de prijs
Slide 22 - Question ouverte
ev - mv
het oor
het oor
Slide 23 - Question ouverte
mv-ev
de tassen
de tassen
Slide 24 - Question ouverte
mv-ev
de tassen
de tassen
Slide 25 - Question ouverte
A
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Diapositive
de stad
A
de staden
B
de stadden
C
de steden
Slide 28 - Quiz
het kind
A
de kinden
B
de kinderen
C
het kindje
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Diapositive
Ik ... ook op school! (zijn)
Slide 31 - Question ouverte
... jij ook een roze schooltas? (hebben)
Slide 32 - Question ouverte
Gistermiddag ... wij gaan lunchen. (zijn)
Slide 33 - Question ouverte
ev - mv
De jongen schrijft een brief.
De jongen schrijft een brief.
Slide 34 - Question ouverte
ev - mv
De leerling zit in het lokaal.
De leerling zit in het lokaal.
Slide 35 - Question ouverte
Slide 36 - Diapositive
Geef voorbeelden van vraagzinnen.
