Geletterdheid en DG

(Digitale) 
Geletterdheid
DG in het taalonderwijs
Doe mee via Lessonup.app
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Digitale GeletterdheidHBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

(Digitale) 
Geletterdheid
DG in het taalonderwijs
Doe mee via Lessonup.app

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Informatievaardigheden zijn de vaardigheden die helpen bij het zoeken, vinden, beoordelen en verwerken van informatie, zowel offline als online.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mediawijsheid is de verzameling competenties die je nodig hebt om actief, kritisch en bewust deel te nemen aan onze mediasamenleving.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

'Digitaal ongeletterden zijn de analfabeten van de toekomst.'

Slide 7 - Diapositive

In 2013 waarschuwde de KNAW al voor het ontstaan van een kloof tussen digitaal geletterden en digitaal ongeletterden.


Verschillen tussen deze leerlingen is nog steeds groot, zelfs na online onderwijs door Corona.
Wat is kunstmatige intelligentie?
A
Een computerprogramma dat hetzelfde werkt als het menselijk brein.
B
Een computerprogramma dat zelf op basis van data iets nieuws kan leren of beslissingen kan nemen
C
Een leermethode waardoor mensen intelligenter worden.
D
Alle opdrachten die je een computer geeft.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Met AI heb je het garbage in garbage out principe. Dat is wat er gebeurde bij Tay
Als er geen controle is, leert AI de verkeerde dingen van de ingevoerde garbage

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk een titel voor een sprookje over kunstmatige intelligentie

Slide 11 - Question ouverte

Kerndoel 5: creatief taal gebruiken
Wie
Wat
Waar
Wanneer
Waarom
Hoe

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Samen (max. 12 zinnen) verhaal laten schrijven middels prompts in Chat GPT (5W's en 1H).

Wie:
Wat:
Waar:
Wanneer:
Waarom:
Hoe:
Padlet
Bookcreator, Word & Powerpoint

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef in één zin een beschrijving voor de omslag van het boek

Slide 16 - Question ouverte

Bijvoorbeeld: Een afbeelding waarop je een robot de afwas ziet doen in huis

Slide 17 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Inspiratie

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Canva


Gebruiksvriendelijke en laagdrempelige designtool 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Filmeducatie vijf peilers
beleven - verwoorden - onderzoeken - reflecteren - creëren

Onderzoeken en creëren passen perfect bij fictie:

Narratief
Dit is het verhaal van fictie én non-fictie. Want bij zowel films en
televisieseries, als documentaires en online content (en mengvormen
daarvan) zijn narratieve eigenschappen te herkennen. Een
narratief wordt inzichtelijk door het bespreken van de ‘5 w’s’,
de verhaalstructuur (o.a. beginmidden-eind, climax), personages
(o.a. protagonist en antagonist, conflict) en verhaaltechnieken (zoals
de flashback en de cliffhanger).
(Filmische) vormgeving
Films zijn op verschillendemanieren vormgegeven om een
gevoel, idee of de gedachte over te brengen. Middelen om een
verhaal in beeld en geluid te vertellen en te versterken, zijn
onder meer camerabewegingen, -posities en -kaders, kleurgebruik,
animatietechnieken, art-direction/mise-en-scène, geluid en muziek,
montage en digitale en analoge visuele effecten en (digitale)
nabewerking.
Context
Onder contexten verstaan we de artistieke, economische,
culturele, maatschappelijke, historische en actuele contexten
waarin de film wordt gemaakt en bekeken. Wat is het concept,
het idee, de boodschap, de visie en intentie van de maker? Is
het beoogde doel commercieel, artistiek, engagerend? Wat is de
achtergrond van de maker? Voor welk publiek is de film gemaakt?
Wat is de tijd- en plaatsgebonden belevingswereld van de kijker? En
welke mensen (crew en cast) en organisaties zijn betrokken bij het
maakproces van de film en dus van invloed op het eindproduct?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Was deze bijeenkomst nuttig voor jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions