SW-uur klas 2F - MOC - 10 maart 2020

- Uitleg Spelling H3: meervoud + meervouds-n bij verwijzing
- Huiswerk maken
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare school

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

- Uitleg Spelling H3: meervoud + meervouds-n bij verwijzing
- Huiswerk maken

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

Spelling:

- Je beheerst de spelling van het meervoud van een zelfstandig naamwoord.
- Je weet wanneer je een meervouds-n schrijven bij verwijzingen (woorden als ' alle(n)', ' beide(n)' en ' sommige(n)' ).
- Je kunt alledaagse woorden spellen.

Slide 2 - Diapositive

Wat ga je dit sw-uur doen?
  • Lees de theorie van Spelling H3 in je lesboek door of bekijk de uitleg in de komende dia's.
  • Maak opdracht 1 t/m 5 van Spelling H3.

Slide 3 - Diapositive

Spelling H3
Meervoudsvormen

Slide 4 - Diapositive

Spelling H3: meervoudsvormen

1 Sommige woorden op -e hebben twee meervoudsvormen. (groenten - groentes)

2 De -f verandert in een -v en de -s verandert in een -z. (duiven - sluizen)

3 Woorden op -ee krijgen er +ën bij. (ideeën)

4 Woord op -ie krijgen er +ën bij of de laatste -e komt er een trema op. (melodieën - bacteriën)

5 Woorden die eindigen op een open klinker krijgen een 's erbij. (oma's, accu's)

6 Woorden eindigend op -ik, -et of -es (zonder klemtoon) krijgen GEEN medeklinkerverdubbeling. (slimmeriken - lemmeten- dreumesen)

7 Woorden eindigend op -man, worden -mannen, -lui en -lieden. ( zeelui - zeelieden)

8 Latijnse woorden krijgen een Latijnse uitgang. (musea - data - neerlandici)

9 Sommige woorden hebben geen meervoud of zijn er alleen in meervoud. (zand- rijst)

Slide 5 - Diapositive

Spelling H3
Meervouds-n bij verwijzingen

Slide 6 - Diapositive

Meervouds - n bij verwijzingen
Wanneer schrijf je sommige(n), alle(n), enkele(n), andere(n), vele(n) etc.?
  1. Als het een bijvoeglijk naamwoord is, schrijf je het zonder -n.                        Alle jongens hebben een voetbalbroek aan.
  2. Verwijst het woord naar personen, schrijf je het met -n.                   Sommigen van deze groep sporten liever in een jogging.
  3. Verwijst het woord niet naar personen, schrijf je het zonder-n.                      De boeken uit de mediatheek gaan alle mee naar beneden.

Slide 7 - Diapositive

UITZONDERING!
- Staat er geen zelfst. nw. achter (zoals bij een bijv. nw.), maar kun je die wel denkbeeldig invullen (het wordt al ergens voor of achter de zin gebruikt)? Dan schrijf je het zonder -n.
De meeste zitten op hun plek, want de leerlingen willen snel beginnen.

- Bij alle(n) en beide(n) vul je wel een -n in als het verwijst naar personen.
Meneer Biesheuvel en meneer Visser hebben iets gemeen. Ze geven beiden aardrijkskunde.

Slide 8 - Diapositive

Staat er een znw achter?
Nee
Heeft het woord
betrekking op personen?
Nee
Schrijf geen -n
Ja
Schrijf geen -n
Ja
Schrijf wel -n

Slide 9 - Diapositive

Huiswerk
Spelling H3: 1 - 5


Slide 10 - Diapositive