Wat veranderde er tijdens de ME in West-Europa?

Wat veranderde er tijdens de hoge middeleeuwen
in West-Europa?
blz. 145-147
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
nederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat veranderde er tijdens de hoge middeleeuwen
in West-Europa?
blz. 145-147

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Welke gevolgen hadden de klimaatverandering voor West-Europa?

Slide 3 - Question ouverte

Gevolgen
1. landbouwopbrengsten stijgen door milde zomers
2. minder mislukte oogsten --> investeren in betere werktuigen
3. voldoende opbrengst om te verhandelen
4. rijkere visvangst = mensen worden beter gevoed

--> grotere bevolkingstoename!

Slide 4 - Diapositive

Sociale veranderingen

Slide 5 - Diapositive

Wat is middeleeuws laken?
A
een bedsprei die betaalbaar was
B
een dure wollen stof
C
een speciale verpakkingstechniek
D
een middeleeuwse stad

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Hoe wordt laken gemaakt?

Wol wordt verscheept naar Brugge.
Schaap wordt geschoren.
De volder bewerkt de stof met urine, boter, modder en klei.
Draden worden in elkaar geweven.
Wol wordt gesponnen tot draad.
De stof wordt gekleurd door de verver.

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Diapositive

Waar of niet waar?
Laken werd streng gecontroleerd.
Waar
Niet waar

Slide 10 - Sondage

Lakenhalle Ieper 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wat is volgens Pedro Tafur
het enige handelscentrum?

Slide 13 - Question ouverte

In het middeleeuwse Brugge woonden veel mensen uit verschillende landen.
Waar
Niet waar

Slide 14 - Sondage

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

De beurs was een...
A
herberg aan een drukke handelsplaats
B
herberg waar optredens gegeven werden
C
herberg , enkel bedoeld voor handelaars
D
geldwisselkantoor

Slide 17 - Quiz

Welk betalingsmiddel had men in de middeleeuwse steden?
A
ruilhandel
B
geldmunten
C
cheques
D
bankkaart

Slide 18 - Quiz

Wie spreek je aan voor het wisselen van geld?
A
bankier
B
geldwisselaar
C
herbergier

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Wat hebben deze twee personen gemeenschappelijk?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Lien

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15

Slide 26 - Question de remorquage

ambachtslieden verenigen zich in gildes
= hetzelfde beroep
= regels opleggen over wie wat
    mocht maken
= afspraken rond prijzen
= elkaar helpen in tijden van
    nood

Slide 27 - Diapositive

gelaagde samenleving
= standenmaatschappij
= sociale orde i/d samenleving
= clerus/adel/derde stand 
= sociale ongelijkheid
= vaak conflicten rijke
    ambachten en adel
= 'door God gewild'

Slide 28 - Diapositive

Kathedraalscholen
= hoge clerus werd opgeleid
= daarna ook niet-geestelijken
= worden universiteiten
= wetenschappen en filosofie

Slide 29 - Diapositive