studerend lezen 4.3 vwo 1

4.2 Lezen vwo 1

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

4.2 Lezen vwo 1

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
aan het eind van de les:


- ken ik vier verschillende leesstrategieën
- weet ik wat een tekstdoel is
- weet ik wat leespubliek is

Slide 2 - Diapositive

leesstrategieën
• Verkennend lezen. 
• Nauwkeurig lezen. 
• Zoekend lezen. 
• Studerend lezen. 

Slide 3 - Diapositive

Leesstrategieën
  • Verkennend lezen: een leuk boek zoeken in de bibliotheek (eerste indruk)
  • Nauwkeurig lezen: nieuws lezen
  • Zoekend lezen: woordenboek/ bron bekijken 
  • Studerend lezen : leren van een stuk tekst voor een toets

Slide 4 - Diapositive

Verkennend lezen

Slide 5 - Diapositive

Verkennend lezen

Slide 6 - Diapositive

Nauwkeurig lezen

Slide 7 - Diapositive

Zoekend lezen
- Bekijk de titel en tussenkopjes.
- Kijk naar de anders gedrukte woorden.
- Let op opvallende tekens, tabellen, grafieken en afbeeldingen.

Slide 8 - Diapositive


Je leest alleen het stukje tekst dat je nodig hebt. Dit doe je wanneer je iets op wilt zoeken in een tekst, bijvoorbeeld:

  • prijs van een kaartje;
  • hoe laat een programma begint.


HOE?

  1. titels en tussenkopjes bekijken;
  2. anders gedrukte woorden;
  3. opvallende tekens.

Slide 9 - Diapositive

studerend lezen
- deze strategie gebruik je als je een theorietekst uit een schoolboek leert. Het doel is om informatie te onthouden. 

-zoek de hoofdzaken in elke alinea
-maak schematische samenvatting van de inhoud
-controleer of je de tekst kent

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Schematische samenvatting.
Een schematische samenvatting geef je de tekst van je leerstof weer in een overzichtelijk schema.
Voorbeelden:
- mindmap.
- woordveld.
- Eigen schema, naar eigen inzicht.


Slide 12 - Diapositive

instructie

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Geef van de volgende vragen aan welke leesstrategie je gebruikt.

Slide 15 - Diapositive

Je leest;
reclame van de intertoys
A
Zoekend lezen
B
verkennend lezen
C
nauwkeurig lezen
D
studerend lezen

Slide 16 - Quiz

Je leest zoekend...
A
als je in de krant leest over het grootste cruiseschip ter wereld.
B
als je op de site van de dierentuin kijkt tot hoe laat die open is en of er nog jonge dieren zijn geboren.
C
als je leest hoe je muziek op je telefoon moet overzetten.
D
als je met je vrienden naar de kermis gaat en leest wanneer deze in jouw stad komt.

Slide 17 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
verkennend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
zoekend lezen

Slide 18 - Quiz

Hoe duur is een treinkaartje naar Parijs?
A
verkennend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
zoekend lezen

Slide 19 - Quiz

'Je leest de tekst helemaal, omdat je hem wilt begrijpen'
A
Verkennend lezen
B
Nauwkeurig lezen
C
Zoekend lezen
D
Studerend lezen

Slide 20 - Quiz

Je bekijkt de tekst om een eerste indruk te krijgen. Deze strategie noem je...
A
Verkennend lezen
B
Nauwkeurig lezen
C
Zoekend lezen
D
Studerend lezen

Slide 21 - Quiz

ken ik vier verschillende leesstrategieën?
- weet ik wat een tekstdoel is?
010

Slide 22 - Sondage

Leertekst: Leespubliek
Een schrijver schrijft zijn tekst voor lezers. Deze lezers noem je leespubliek. Aan het onderwerp, de plaatjes en de bron kun je vaak zien voor welk leespubliek de tekst is geschreven.

Slide 23 - Diapositive

Leespubliek
  • bron
  • onderwerp
  • taalgebruik
  • aanspreekvorm
  • afbeeldingen 

Slide 24 - Diapositive

Voor welk leespubliek zijn de volgende tijdschriften geschreven?
1 National Geographic Junior
2 Libelle
3 Girlz!

Slide 25 - Diapositive

Voor welk leespubliek zijn de volgende tijdschriften geschreven?
1 National Geographic Junior
 voor kinderen en jongeren
2 Libelle
voor vrouwen
3 Girlz!
voor pubermeiden

Slide 26 - Diapositive

tekstverband
  • Tekstverband maakt een tekst logisch
  • Tekstverbanden zorgen ervoor dat de tekst één tekst is
  • Verbind alinea's/zinnen met elkaar

Slide 27 - Diapositive

Uitleggend tekstverband
Het nieuwe tekstverband dat je moet kennen is het uitleggend tekstverband.
Dit tekstverband geeft een uitleg of voorbeeld aan. 
Dit tekstverband komt vaak voor in informatieve teksten.

De signaalwoorden die bij dit tekstverband horen zijn: bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie.


Slide 28 - Diapositive

Sleepvraag: Sleep de juiste tekstsoort naar het juiste tekstdoel
amuseren
informeren
overtuigen
activeren

Slide 29 - Question de remorquage

Welke tekstvorm hoort bij het gegeven tekstdoel?
Activeren
Amuseren
Uitleggen
Informeren
Overtuigen

Slide 30 - Question de remorquage

Beheers je de lesdoelen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage