Observeren

Tekst
Tekst
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Tekst
Tekst

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Na de les kan je een  onderscheid maken tussen  de begrippen waarnemen, signaleren en interpreteren
  • Je begrijpt het observatie stappenplan en kan dit invullen 
  • Je kent de twee observatietechnieken 
  • Je kent het verschil tussen de vijf observatiemethodes 
  • Je kan verschillende factoren benoemen die de observatie beïnvloeden 

Slide 2 - Diapositive

Stellingen

Slide 3 - Diapositive

Waar of niet waar 
1 Observeren is bijzaak en dit doe je als je tijd over hebt. Gewoon elke dag goed je ogen de kost geven
is echt wel voldoende.
2 Observeren doe je op vaste tijden volgens een vast schema, anders zijn je resultaten per definitie
subjectief.
3 Signaleren is de belangrijkste taak van een begeleider.
4 Objectief observeren is makkelijk, dat kan iedereen.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Mevrouw van de Berg is 80 jaar. Ze woont in het wooncentrum Weltevree. Iedere morgen verzorg je haar op bed. Je moet haar wassen en aankleden. Vanmorgen had mevrouw van den Berg twee rode plekken onder haar borsten. Gisteren had ze dat nog niet….
Wat observeer je en wat signaleer je ?
 

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Wat zag jij?
A
Kerstman
B
Skelet
C
Beide

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Hoe oud was die mevrouw?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Als je bij mevrouw Bongers in het verzorgingshuis op de kamer komt, zegt ze dat ze zich niet zo lekker voelt.
 
Met welke zintuigen ga je observeren en signaleren?
Waar let je allemaal op?

Slide 13 - Question ouverte

Oefening 
Observeren 

10 minuten persoon in de school observeren

Slide 14 - Diapositive

Benieuwd
  • Wat heb je gezien?

  • Welke informatie miste je om te kunnen observeren?

Slide 15 - Diapositive

Oefening
  • Maak 2 tallen
  • Observeer elkaar 2 minuten
  • Ga nu met de ruggen naar  elkaar staan
  • Verander iets aan je uiterlijk/kleding/haar
  • Draai nu weer om en kijk wat er veranderd is

Slide 16 - Diapositive

Wat zien jullie?

Slide 17 - Diapositive

Subjectief en objectief
Objectief = op feiten gebaseerd. Iemand wordt niet beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel

Subjectief = op eigen mening gebaseerd. Iemand wordt beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel (partijdig, bevooroordeeld)



Slide 18 - Diapositive

Mevrouw zit met haar ogen dicht ze is moe
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 19 - Quiz

Wat is het verschil tussen observeren en waarnemen
Waarnemen is iets opmerken via een of meer van je vijf zintuigen. Je kunt iets horen, zien, proeven, ruiken of voelen.
Waarnemen is het resultaat van een selectieproces. Je kunt niet alle zintuigen te gelijk gebruiken. Je gebruikt hiervoor een selectie, bewust of onbewust. Kijken, waarnemen, doe je altijd en overal.
Van observeren spreken we pas als je bewust waarneemt vanuit een vraag. Maar goed observeren kun je alleen als je goed kijkt.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Observeren doe je niet zomaar. Je hebt er een bepaald doel mee.

Dat kan een meer algemeen doel zijn: Hoe gaat het met mijn cliënt? Treden er veranderingen op? Hoe reageert hij op een nieuwe situatie? Hoe ziet zijn omgeving eruit?
Of een specifiek doel: Hoe reageert mijn cliënt op zijn nieuwe medicijnen? Heeft hij last van bijwerkingen? Ontstaan er rode plekken nu hij de hele dag op bed ligt? Heeft hij smetplekken in zijn liezen?

Slide 24 - Diapositive

Observatieplan
1 bepaal een doel
2 kies een methode
3 kies een techniek
4 kies een hulpmiddel
5 maak een observatieplan
6 informeer de cliënt
7 observeer
8 rapporteer

Slide 25 - Diapositive

Observeren volgens stappenplan

Slide 26 - Diapositive

volgende week
Gesprekstechnieken

Bedankt voor jullie aandacht

Slide 27 - Diapositive