LJ1 - 1.1 Organismen

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 1.1 Organismen
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 1.1 Organismen
1.
Lesopening
2.
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
Open je boek van biologie op bladzijde 14.








Slide 2 - Diapositive

2. Lesdoel & Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les kun je:
- Uitleggen wat een organisme is
- De zeven levenskenmerken noemen
- Onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is



Slide 3 - Diapositive

3. Arrangementen + mini-check
 Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): niemand


Iedereen doet mee met de mini-check. 

Slide 4 - Diapositive

Wat bedoelen we met levensverschijnselen?
A
kenmerken van levenloze dingen
B
kenmerken van het leven
C
kenmerken van de dood
D
kenmerken van dode organismen

Slide 5 - Quiz

Wat is een levensverschijnsel?
A
Leven
B
waarnemen
C
Dood gaan
D
Stromend water

Slide 6 - Quiz

Een levend wezen.
A
orgaan
B
cel
C
biologie
D
organisme

Slide 7 - Quiz

Is deze invloed levend of niet levend?
Hoeveelheid regen
A
Levend
B
Niet-levend

Slide 8 - Quiz

Wie maakt wat? 
Had je 3 van de 4 vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 1 t/m 9 op blz 8/9.


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Diapositive

Organismen
Een organisme is een levend wezen

Voorbeelden van organismen zijn: Bacteriën, schimmels, planten en dieren 

Alle organismen herken je aan de 7 levenskenmerken.

Slide 10 - Diapositive

Levenskenmerken
Alle organismen hebben levenskenmerken
als iets leeft.  
1 Ademhalen
2 Voeden
3 Groeien
4 Bewegen
5 Waarnemen 
6 Uitscheiden
7 Voortplanten

Slide 11 - Diapositive

Levend en dood
Een organisme is levend als het ALLE levenskenmerken vertoont. Soms is dit lastig te zien, zoals bij planten. 

Als een organisme ooit levenskenmerken heeft gehad, maar nu niet meer, noem je dit dood.

Een organisme zonder levenskenmerken noem je levenloos.

Slide 12 - Diapositive

Een levend wezen noem je een organisme.

Een organisme dat geen 
levenskenmerken meer vertoont, noem
je dood.

Een organisme dat nog nooit levenskenmerken heeft getoond, noem
je levenloos.

Slide 13 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op blz 15 t/m 17.



Ben je klaar?
Dan kijk je je werk na
Daarna maak je de samenhang op blz 18/19

timer
1:00

Slide 14 - Diapositive

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog onderdelen die je lastig vindt?

Kun je:
- Uitleggen wat een organisme is?
- De zeven levenskenmerken noemen?
- Onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is?

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Donderdag 7 september
1.1 organismen
opdracht 1 t/m 5


Toetsen LJ1: 
Geen




Slide 16 - Diapositive