P6, les 3 - NED SPR/GESPR 2F+3F

Periode 6, les 3 (NED 2F+3F)

Hoofdstuk 2: Een presentatie geven 
§ 2.4 Overtuigen
Online terug te vinden onder het kopje ‘Spre2’.


1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Periode 6, les 3 (NED 2F+3F)

Hoofdstuk 2: Een presentatie geven 
§ 2.4 Overtuigen
Online terug te vinden onder het kopje ‘Spre2’.


Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen: 
§ 2.4 
Je overtuigt je publiek tijdens een presentatie.

Activiteit: bizarre uitvindingen
* Studenten vertellen over een bizarre uitvinding
* Studenten proberen deze bizarre uitvinding aan hun klasgenoten te verkopen.
 


    

Slide 2 - Diapositive

Wat weet jij al over
'overtuigen'?

Slide 3 - Carte mentale

Met een overtuigende presentatie, oftewel een betoog, wil je de luisteraars overtuigen van jouw mening. Om dit te bereiken moet je goede argumenten hebben. Je maakt argumenten duidelijker door er een voorbeeld of uitleg bij te geven.

Bijvoorbeeld:  
* mening:  Ik vind dat reclame voor energydrankjes verboden moet worden.
* argument: want hoe vaker je ze ziet, hoe makkelijker je ze gaat gebruiken.
* voorbeeld of uitleg: een vriend van mij is aan de Redbull begonnen, na het zien van al die commercials.

Slide 4 - Diapositive

Een overtuigende presentatie heeft een goede opbouw:
Inleiding
* Introduceer het onderwerp.
* Sluit aan bij ervaringen van het publiek, maak ze nieuwsgierig.
* Geef kort je mening over het onderwerp. Hoe korter je je mening formuleert, hoe beter de luisteraars begrijpen wat je bedoelt en hoe overtuigender je overkomt.
Kern
* Noem je argumenten, begin met de belangrijkste.
* Geef bij elk argument een voorbeeld, uitleg of persoonlijke ervaring.
* Gebruik signaalwoorden om de argumenten op te sommen: ook, ten tweede, bovendien.
* Weerleg in ieder geval één tegenargument.
Slot
* Herhaal je mening/standpunt en je belangrijkste argument.
* Geef je conclusie.
* Bedankt het publiek voor hun aandacht.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Heb je net goed opgelet tijdens de uitleg van de theorie?
Laten we dat eens controleren!

Beantwoord de volgende 5 vragen zo goed en snel mogelijk.
Succes!


    

Slide 8 - Diapositive

1. Wat is het doel
van een betoog?
timer
1:00
A
Overtuigen
B
Informeren
C
Instrueren
D
Amuseren

Slide 9 - Quiz

2. Wat komt er in de INLEIDING
van je overtuigende presentatie?
timer
1:00
A
De belangrijkste argumenten
B
Voorbeelden, uitleg en/of persoonlijke ervaringen
C
Een bedankje aan het publiek
D
Een korte introductie van het onderwerp.

Slide 10 - Quiz

3. Wat komt er in de KERN
van je overtuigende presentatie?
timer
1:00
A
De belangrijkste argumenten
B
Je mening in het kort.
C
Een bedankje aan het publiek
D
Een korte introductie van het onderwerp.

Slide 11 - Quiz

4. Wat komt er in het SLOT
van je overtuigende presentatie?
timer
1:00
A
De belangrijkste argumenten
B
Je mening in het kort.
C
Een bedankje aan het publiek
D
Een korte introductie van het onderwerp.

Slide 12 - Quiz

5. Wat is GÉÉN goed voorbeeld
van een argument?
timer
1:00
A
Studenten moeten hun docenten beoordelen, dit verbetert de kwaliteit van de lessen.
B
Studenten moeten hun docenten beoordelen, aangezien zij de lessen wekelijks meemaken.
C
Studenten moeten hun docenten beoordelen, want het kost geld als andere docenten die moeten doen.
D
Studenten moeten hun docenten beoordelen, want dat vind ik gewoon zo.

Slide 13 - Quiz

2F niveau:                                                       3F niveau:
2F – Spr/gespr 2.4 Opdracht 1                         3F – Spr/gespr 2.4 Opdracht 1         
2F – Spr/gespr 2.4 Opdracht 2   

Slide 14 - Diapositive

Opdracht om te oefenen:
* De klas wordt verdeeld in drie groepen. Iedere groep krijgt een foto.
* Iedere groep bereidt een reclamepraatje voor. Hierin overtuig je anderen om jouw product te kopen. (zie foto) 
* In je reclamepraatje moet je de volgende vragen beantwoorden: 
1. Wat is de naam van de uitvinding?
2. Hoe ziet het eruit?
3. Van welk materiaal is het gemaakt?
4. Hoe werkt het?
5. Waarvoor gebruik je het?
6. Voor welk probleem is dit dé oplossing?
7. Waarom moet iedereen deze uitvinding kopen?
* Jullie krijgen 20 minuten om jezelf voor te bereiden.
* Ieder lid van het groepje moet een rol in het reclamepraatje hebben.   
* Neem het reclamepraatje op: het mag maximaal 2 à 3 minuten duren. 

Slide 15 - Diapositive

Foto 1: The boyfriend-pillow
Foto 2: de parapluhelm
Foto 3: Het struisvogelkussen
Voorbeeld:

Slide 16 - Diapositive

Lever het reclamefilmpje vóór het volgende lesmoment in bij je docent via Teams. 

Volgende week bespreken we klassikaal de resultaten aan de hand van de volgende vragen:
1. Zou jij deze uitvinding willen hebben?
2. Is het doel van de opdracht bereikt?
3. Had iedereen een even grote rol in het opnemen van het reclamefilmpje?
4. Wat ging goed?
5. Wat kan de volgende keer beter?
6. Wat is daarvoor nodig?
  

Slide 17 - Diapositive

Wat vond je van deze les?
Hierna volgen er een aantal stellingen.
Kies steeds het antwoord dat het beste bij jou past.
Er is geen goed of fout antwoord. 

Slide 18 - Diapositive

De uitleg van deze les
was duidelijk voor mij.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 19 - Sondage

Ik ben deze les actief bezig geweest.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 20 - Sondage

Ik weet wat ik nu verder nog
moet doen en/of afmaken voor deze les.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 21 - Sondage

Ik heb op dit moment geen vragen meer
over deze les.
timer
1:30
Helemaal mee oneens
Gedeeltelijk mee oneens
Niet mee oneens, niet mee eens
Gedeeltelijk mee eens
Helemaal mee eens

Slide 22 - Sondage

Extra oefenen:

* Ben je snel zenuwachtig?
De Nadi Shodhana is een simpele, maar zeer effectieve, manier om zowel lichaam als geest te kalmeren.
Deze traditionele ademhalingsoefening uit de Yoga werkt goed bij stress en kalmeert eveneens het zenuwstelsel.

Zo voer je Nadi Shodhana uit:
* Zorg dat je gemakkelijk zit zonder spanning in het lichaam. Dit kan in de lotushouding, kleermakerszit of gewoon op een stoel.
* Plaats nu je rechterduim op je rechterneusgat en adem diep in via je linkerneusgat.
* Na de inademing sluit je met je ringvinger je linkerneusgat af (leg je wijs- en middelvinger op het punt tussen je wenkbrauwen). 
* Nu bevrijd je het rechterneusgat en adem je ook weer uit via dit neusgat.
* Nadat je volledig hebt uitgeademd, adem je weer in door je rechterneusgat. Als je volledig bent ingeademd, sluit je het rechter neusgat weer af met je duim.
* Vervolgens bevrijd je het linker neusgat en adem je hierdoor weer uit. Kortom, je wisselt dus steeds af. 
* Hiermee ga je een aantal minuten door. Denk eraan dat het neusgat waardoor je uitademt, ook het neusgat is waardoor je weer inademt.



Slide 23 - Diapositive

Extra oefenen (Tongbrekers): 
Zeg de volgende zinnen 10x snel en foutloos achter elkaar.

Slide 24 - Diapositive

Extra oefenen (Tongbrekers): 
Zeg de volgende zinnen 10x snel en foutloos achter elkaar.

Slide 25 - Diapositive

Extra oefenen (Tongbrekers): 
Zeg de volgende zinnen 10x snel en foutloos achter elkaar.

Slide 26 - Diapositive