les 7.5 - Nederlands gesprekken voeren ('21-'22)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Periode 7, les 5 (NED 2F+3F)

Hoofdstuk 5: Tweegesprekken

§ 5.6 Functioneringsgesprek

Online terug te vinden onder het kopje ‘Spre5’.

Oefening Tongbrekers:

Zeg de volgende zinnen 10x snel en foutloos achter elkaar. 
Wie lukt dit?

Oefening Tongbrekers:

Zeg de volgende zinnen 10x snel en foutloos achter elkaar. 
Wie lukt dit?

Oefening Tongbrekers:

Zeg de volgende zinnen 10x snel en foutloos achter elkaar. 
Wie lukt dit?

Lesdoelen van deze les: § 5.6

* Je leert wat het doel van een functioneringsgesprek is.

* Je leert wat er tijdens een functioneringsgesprek wel of juist niet besproken wordt.

* Je krijgt tips over hoe je een functioneringsgesprek voert.

* Je oefent met het voeren van een functioneringsgesprek.

 

    

Wat weet jij al over
'functioneringsgesprek'?

Heb je al wel eens een functioneringsgesprek gevoerd?
Vertel hier eens kort iets over.

Als werknemer word je elk jaar door je leidinggevende uitgenodigd voor een functioneringsgesprek. Jullie bespreken hoe het gaat op je werk en je krijgt feedback op je functioneren. Jullie praten over de uitvoering van het werk en de werkomstandigheden.

Daarnaast bespreek je de samenwerking met collega’s en leidinggevende. Tijdens het gesprek heb je het ook over de mogelijkheden en verwachtingen voor de toekomst. Het gesprek is dus niet alleen gericht op het functioneren nu, maar ook op het functioneren in de toekomst. 

Wil je hetzelfde werk blijven doen? Verwacht je andere taken te krijgen?

De feedback die je tijdens een functioneringsgesprek krijgt, is altijd gericht op gedrag. Deze feedback kan zowel positief (compliment) als negatief (kritiek) zijn.

Ga bij negatieve feedback jezelf niet meteen verdedigen, maar laat je leidinggevende uitpraten. Vraag uitleg als je iets niet begrijpt.

Tips voor een functioneringsgesprek:

* Noteer van tevoren over welke onderwerpen je wilt praten en welke vragen je wilt stellen.

* Kom op tijd.

* Denk aan je non-verbale communicatie.

* Luister goed naar je leidinggevende of begeleider. 

* Geef eerlijke en volledige antwoorden.

 

Heb je net goed opgelet tijdens de uitleg van de theorie? 

Laten we dat eens controleren!

Beantwoord de volgende 5 vragen zo goed en snel mogelijk. Succes!

1. Hoe vaak voer je gemiddeld een functioneringsgesprek?

1. Elk kwartaal.
2. Ieder half jaar.
3. Elk jaar.
4. Elke 2 jaar.

2. Wat wordt er NIET besproken
tijdens een functioneringsgesprek?

1. Een roddel over één van je collega's.
2. De samenwerking met je collega's.
3. De samenwerking met je leidinggevende.
4. De mogelijkheden en verwachtingen voor de toekomst.

3. Wat doe je als je
negatieve feedback krijgt
op je functioneren?

1. Weglopen
2. Je leidinggevende uit laten praten.
3. Schreeuwen tegen je leidinggevende
4. Volop in de verdediging schieten.

4. Welke vraag wordt er in de regel
NIET besproken tijdens
een functioneringsgesprek?

1. Wil je hetzelfde werk blijven doen?
2. Verwacht je andere taken te krijgen?
3. Hoe is de samenwerking met je collega's?
4. Hoe komt het dat collega X meer geld verdiend dan ik?

5. Welke tip is NIET van toepassing
voor het voeren van
een functioneringsgesprek?

1. Vraag uitleg als je iets niet begrijpt.
2. Kom te laat.
3. Denk aan je non-verbale communicatie.
4. Geef eerlijke en volledige antwoorden.

2F niveau:                                                        3F niveau:

2F – Spr/gespr 5.6 Opdracht 1                          3F – Spr/gespr 5.6 Opdracht 1            

2F – Spr/gespr 5.6 Opdracht 2                         3F – Spr/gespr 5.6 Opdracht 2

2F – Spr/gespr 5.6 Opdracht 3                         3F – Spr/gespr 5.6 Extra opdracht 1

Opdracht om te oefenen: Houd een gesprek over je functioneren in een groep. (Werk in viertallen.)

Stel, jij mag een evenement organiseren voor school. Het evenement is te groot om alleen uit te voeren, dus zoek je een medestudent die dat samen met jou wil doen. Je wilt wel iemand waar je van op aankunt, anders wordt het niks. In een gesprek probeer je er met vragen en doorvragen achter te komen wat die ander kan.

1 Houd samen met een medestudent het gesprek. Spreek af wie de student speelt die een medestudent zoekt.

2 Het andere tweetal beoordeelt het gesprek. Let bij deze opdracht vooral hierop:

    * Hebben beiden duidelijke antwoorden en voorbeelden gegeven?

    * Wordt duidelijk hoe ze functioneren in een groep?

    * Is er voldoende doorgevraagd?

    * Is aan het eind duidelijk of ze goed zouden kunnen samenwerken?

    * Is het woordgebruik gevarieerd en passend?

3 Bespreek samen het gesprek na. 

4 Wissel van rol. Nu voert het andere tweetal de opdracht uit. Bespreek ook dat gesprek na.

Klassikale nabespreking met de groep:

1. Is het doel van de opdracht bereikt?

2. Wat ging goed?

3. Wat kan de volgende keer beter?

4. Wat is daarvoor nodig?

De docent deelt ook haar feedback op wat zij heeft gehoord en gezien tijdens het oefenen.

Wat vond je van deze les?

Hierna volgen er een aantal stellingen.

Kies steeds het antwoord dat het beste bij jou past.

Er is geen goed of fout antwoord. 

De uitleg van deze les
was duidelijk voor mij.

Helemaal mee oneens

Gedeeltelijk mee oneens

Niet mee oneens, niet mee eens

Gedeeltelijk mee eens

Helemaal mee eens

Ik ben deze les actief bezig geweest.

Helemaal mee oneens

Gedeeltelijk mee oneens

Niet mee oneens, niet mee eens

Gedeeltelijk mee eens

Helemaal mee eens

Ik weet wat ik nu verder nog
moet doen en/of afmaken voor deze les.

Helemaal mee oneens

Gedeeltelijk mee oneens

Niet mee oneens, niet mee eens

Gedeeltelijk mee eens

Helemaal mee eens

Ik heb op dit moment geen vragen meer
over deze les.

Helemaal mee oneens

Gedeeltelijk mee oneens

Niet mee oneens, niet mee eens

Gedeeltelijk mee eens

Helemaal mee eens

Extra oefenen:

* Heb je moeite met mindful bezig zijn?

Doe dan deze chocolade meditatie.

Het klinkt misschien te goed om waar te zijn, maar meditatie en chocolade gaan goed samen. In deze chocolade meditatie (eetmeditatie) oefen je met mindful eten.

Extra oefenen (Tongbrekers): 
Zeg de volgende zinnen 10x snel en foutloos achter elkaar.

Extra oefenen (Tongbrekers): 
Zeg de volgende zinnen 10x snel en foutloos achter elkaar.

Extra oefenen (Tongbrekers): 
Zeg de volgende zinnen 10x snel en foutloos achter elkaar.