PIII PowerPoint no 10 tm 21

Wat is een sellogram?
A
Een manier om de USP van de concurrent in kaart te brengen
B
Een manier om verkoopargumenten in kaart te brengen.
C
Hierbij kijk je naar de nadelen van een product
D
jouw verkopen / Sales / omzet in een tabel
1 / 10
suivant
Slide 1: Quiz
SalesMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat is een sellogram?
A
Een manier om de USP van de concurrent in kaart te brengen
B
Een manier om verkoopargumenten in kaart te brengen.
C
Hierbij kijk je naar de nadelen van een product
D
jouw verkopen / Sales / omzet in een tabel

Slide 1 - Quiz

ENN staat voor
A
Eventueel; noodzakelijk; nadeel
B
Eerder; nadat, nuttig
C
Eigenschappen; nuttigheden; nadelen
D
Eerst; nadelen; noemen

Slide 2 - Quiz

KVVB staat voor:
A
Keurig voordelen en verschillen bewijzen
B
kennis van voordelen en bewijzen
C
kenmerken; verklaring; vertonen en bewaren
D
Kenmerken; voordelen; verschillen; bewijs

Slide 3 - Quiz

Waarom gebruik je in de Sales een Sellogram, ENN en KVVB?
A
om een verkoopgesprek te analyseren
B
alleen om een verkoopgesprek te trainen.
C
om een verkoopgesprek goed voor te bereiden
D
om productkennis op te doen

Slide 4 - Quiz

Bij een "spoedje" maak je bij onderhandelingen vooral gebruik van:
A
macht
B
informatie
C
tijd
D
geen van allen

Slide 5 - Quiz

Een garage die adviseert om een bepaalde reparatie uit te voeren maakt vooral gebruik van:
A
Macht
B
informatie
C
tijd
D
geen van allen

Slide 6 - Quiz

Een monoplolist kan bij onderhandelen vooral gebruik maken van:
A
macht
B
informatie
C
tijd
D
geen van allen

Slide 7 - Quiz

Bij de zuivere onderhandelingsstrategie:
A
zijn koper en verkoper even sterk
B
is de verkoper sterker
C
is de koper sterker
D
is prijs niet belangrijk

Slide 8 - Quiz

Wanneer de verkoper sterker is dan de klant dan kan hij het beste:
A
cooperartief onderhandelen
B
zuiver onderhandelen
C
competatief onderhandelen
D
een andere klant zoeken

Slide 9 - Quiz

Wanneer de verkoper minder sterk is dan de klant kan hij het beste :
A
cooperatief onderhandelen
B
zuiver onderhandelen
C
competatief onderhanelen
D
een andere klant zoeken

Slide 10 - Quiz