HAVO1 T4 b8: Geleedpotigen herhaling. start b9: gewervelden.

Lesplan 11-01
-Korte herhaling basisstof 8: Vragen in LessonUp.
-Huiswerk bespreken.
-start basisstof 9: gewervelden
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lesplan 11-01
-Korte herhaling basisstof 8: Vragen in LessonUp.
-Huiswerk bespreken.
-start basisstof 9: gewervelden

Slide 1 - Diapositive

herhaling basisstof8+Start b9: Gewervelden
Doelen: 
-ik kan geleedpotigen herkennen door middel van 3 kenmerken.
-Ik kan de 5 klassen van gewervelden onderscheiden door middel van 4 kenmerken.

Slide 2 - Diapositive

Geleedpotigen hebben 5 klassen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Geleedpotigen hebben:
A
6 poten
B
8 poten
C
tot 750 poten
D
al het bovenstaande

Slide 4 - Quiz

Upload een foto van een kreeftachtige die op het land leeft.

Slide 5 - Question ouverte

Noem een spinachtige, die geen spin is.

Slide 6 - Question ouverte

Huiswerk basisstof 8
-opdrachten 32, 33, 35 

Slide 7 - Diapositive

Gewervelden?

Slide 8 - Carte mentale

Noem een gewervelde rondom jouw huis.

Slide 9 - Question ouverte

B9: Gewervelden
-Gewervelden hebben een ruggengraat.
-5 klassen: vissen , amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren. 

Slide 10 - Diapositive

B9: gewervelden
vissen:
-Leven in water
-Hebben schubben bedekt met slijm. 
-Gebruiken kieuwen om te ademen
-Zijn koudbloedig.
-Leggen eieren zonder schaal.

Slide 11 - Diapositive

B9: gewervelden
Amfibieën :
-Leven in water en op land.
-Huid bedekt met slijm. 
-kieuwen en huid als jong voor ademen. Longen en huis als volwassene. 
-Koudbloedig
-Leggen eieren zonder schaal.

Slide 12 - Diapositive

B9: gewervelden
Reptielen:
-Leven vooral op land.
-Droge schubben als huid. 
-Longen om te ademen.
-Koudbloedig.
-Leggen eieren met leerachtige schaal.

Slide 13 - Diapositive

B9: vertebrates
Vogels:
-Leven voornamelijk op land en in de lucht.
-Hebben veren. 
-Ademen: longen met luchtzakken.
-Warmbloedig.
-Eieren met kalkschaal.

Slide 14 - Diapositive

B9: vertebrates
Zoogdieren:
-Leven meestal op land.
-Hebben een vacht. 
-Longen om te ademen.
-Zijn warmbloedig.
-Levendbarend (geen eieren)
-Voeden jongen met melk.

Slide 15 - Diapositive

Hoe herken je gewervelden?
A
4 poten
B
schubben als huid
C
hebben een ruggengraat
D
Leven op het land

Slide 16 - Quiz

Op welke manier zijn zoogdieren anders dan andere gewervelden?
A
Zij hebben geen slijm op hun huid.
B
Zij voeden jongen met melk.
C
Zij zijn warmbloedig.
D
Zij gebruiken longen om te ademen.

Slide 17 - Quiz

Noem 2 kenmerken van een reptiel.

Slide 18 - Question ouverte

Op welke manier zijn vogels anders dan andere gewervelden?

Slide 19 - Question ouverte

Homework basisstof 9
-opdrachten 37, 38, 39, 41 

Slide 20 - Diapositive