Hoofdstuk 2 les 2 - par 2.3 en 2.4 (gericht)

Startopdracht les
  1. Zet je tas op de grond.
  2. De rest van tafel.
  3. boek pen rekenmachine schrift
  4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Startopdracht les
  1. Zet je tas op de grond.
  2. De rest van tafel.
  3. boek pen rekenmachine schrift
  4. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Economie 
Economie 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
  1. Herhaling vorige les - begrippen
  2. Uitleg 2.3 waarom zou je lenen  & Uitleg 2.4 Verzekeren (alleen begrippen)
  3. Aan de slag met paragraaf 3 en 4 (alleen begrippen vragen)
  4. Uitleg 2.3 en 2.4 rekenvaardigheden mbv hulpkaart rekenvragen en verhoudingstabel.
  5. Aan de slag met paragraaf 3/4 (rekenvragen)
  6. Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

LET OP! differentiatie 

Lesdoelen
  1. Ik heb de leerdoelen van hoofdstuk 2  paragraaf 3/4 behaald.
  2. Ik heb aantekeningen van paragraaf 3/4 gemaakt.
  3. Ik heb met mijn buurman/vrouw samengewerkt.
  4. Ik heb gerekend met behulp van de hulpkaart

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 2  Jij en je geld
Studiewijzer

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben we vorige keer geleerd?
1. Spaarmotieven
2. Wat rente is.
3. Geldfuncties.
Rekenen:
4. Rekenen met procenten (verhoudingstabel)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn drie soorten spaarmotieven. Welke is niet juist.
A
Sparen voor een doel
B
Sparen voor rente
C
Sparen voor lening
D
Sparen uit voorzorg

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je gebruikt geld op drie manieren. ​
Dat noem je geldfuncties. Je gebruikt geld:​
als.....................wanneer je iets koopt
A
ruilmiddel
B
rekenmiddel
C
spaarmiddel

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is 'rente'?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik wil de rente berekenen van mijn gespaarde geld van € 6.849. De rente is 3%. Bereken de rente die ik ontvang.

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
timer
5:00
Wat ga je doen
Huiswerkcontrole + nakijken
Hoe ga je dit maken?
Klassikaal nakijken 
- schrift/pen + boek nodig.


Zelfstandig nakijken (hoge scoorders) 

Hoge scoorders -> 
klaar? bekijk par 2.3/4.
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 11 - Diapositive

huiswerk controle 
Aanmelden / Inloggen 
        Lesson up                                                Teams

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 2  Jij en je geld
Studiewijzer

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet aan het eind van deze les:
1. Leenmotieven
2. Wat je aan de bank elke maand betaald (aflossing + rente)
3. Verzekeren (waarom? + premie polis, eigen risico)
Rekenen:
4. Rekenen met procenten
-  percentage berekenen
(verhoudingstabel)
5. Leenkosten berekenen.
LET OP!! maak aantekeningen ! 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdeling in de uitleg
  1. Korte instructie en dan aan de slag
    of
  2. Meedoen klassikaal en dan aan de slag.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leenmotieven
Mensen lenen om verschillende redenen. Dat noemen we Leenmotieven.

Er zijn 2 soorten leenmotieven!
  • Nu iets groots willen kopen, zoals een PS5 tijdens black Friday
  • Onverwacht, opeens geld te kort hebben, zoals je telefoon is gevallen en daardoor kapot.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lenen - Wat betaal je terug?
Een lening betaal je in maandtermijnen terug. Met alle maandtermijnen samen betaal je méér terug dan je geleend hebt. Alles wat je zo meer betaalt, zijn de kosten van een lening, voornamelijk rente.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestaat uit:
Aflossen = terugbetalen geleend geld
Rente = vergoeding aan de bank voor het geld dat je leent

Formule:
Rente = aantal maandtermijnen x maandtermijn - lening 
Lenen - Maandtermijn

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzekeren
Verzekeraar
Verzekerde
Premie
Schade
vergoeding

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een verzekering ?
Een verzekering is:

- Een overeenkomst
 tussen verzekerde en verzekeraar. 

- De verzekerde (dat ben jij) betaalt een premie en de verzekeraar betaalt de schadevergoeding


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werkt een verzekering?
Verzekerde
Verzekeraar

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzekeren - begrippen
Verzekeren 
Verzekeraar neemt financiële gevolgen risico over van verzekerde
Polis 
Als bewijs dat je een verzekering hebt afgesloten.
Uitkering
Geldbedrag dat de verzekerde ontvangt van de verzekeraar bij schade
Premie
Bedrag dat je voor de verzekering moet betalen
Eigen risico
Het bedrag dat je bij schade of het ontvangen van een rekening zelf moet betalen. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
d

timer
15:00
Wat ga je doen
Maken van paragraaf 3
blz 48 t/m 55

maken 29,30, 34,35, 46,47 en 54

opdrachten overslaan  
-> REKEN OPDRACHTEN
Hoe ga je dit maken?

> Powerpoint 2.3/4 in magister voor extra uitleg

Zelfstandig 

eerste 10 min in stilte.

Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer

Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar?
(snelle werkers )
Maak de uitdagende opdrachten; 
- herhalingsopdrachten paragraaf 2.3/4 blz 61 

LET OP! 
Stoplicht

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

rustmoment
timer
5:00

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappenkaart Rekenen
Verhoudingstabel

Slide 25 - Diapositive

uitdelen van geprinte variant.
Reken met procenten
1. Te berekenen aantal of bedrag
Optie 1                                 percentage : 100 x totaal
Optie 2                                totaal : 100 x percentage
Optie 3                                Gebruik maken van een verhoudingstabel


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken met procenten
2. Percentage uitrekenen
Optie 1                                 gevraagde aantal : totaal x 100
Optie 2                                deel : geheel x 100
Optie 3                                Gebruik maken van een verhoudingstabel


Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenen - leenkosten
FORMULE Kosten van de lening:
Aantal maanden x maandtermijn - geleende bedrag

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk met 
Ik roep enkele van jullie naar voren.

Uitleg en maken onder begeleiding van rekenvragen

Wie niet is uitgenodigd en wilt mag naderhand ook naar voren komen.
Wat doe je als je niet naar voren moet? Rekenvragen maken.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
d

timer
25:00
Wat ga je doen
Maken van paragraaf 3/4
blz 48 t/m 55

maken 37 t/m 42
maken 51 t/m 55
Hoe ga je dit maken?

> Powerpoint 2.3/4 in magister voor extra uitleg

LET OP!! gebruik je hulpkaart

Zelfstandig 

eerste 10 min in stilte.

Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer

Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar?
(snelle werkers )
Maak de uitdagende opdrachten; 
- herhalingsopdrachten paragraaf 2.3/4 blz 61 

LET OP! 
Stoplicht

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet aan het eind van deze les:
1. Leenmotieven
2. Wat je aan de bank elke maand betaald (aflossing + rente)
3. Verzekeren (waarom? + premie polis, eigen risico)
Rekenen:
4. Rekenen met procenten
-  percentage berekenen
(verhoudingstabel)
5. Leenkosten berekenen.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blooket
Hoe goed weten wij de begrippen.

SPELEN maar.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken met procenten
3. stijging of daling MET groeifactor
Toename                          Groeifactor = 1 + (%/100)
Afname                             Groeifactor = 1 - (%/100)

Formule                            oude aantal/bedrag x groeifactor = 


Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken met procenten
4. Procentuele stijging of daling
Optie 1                                 (nieuw - oud) : oud x 100
Optie 2                                verschil : oud x 100
Optie 3                                Gebruik maken van een verhoudingstabel

Bijvoorbeeld opgave 8 tm 11

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan hoe leuk je de les vond.
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

§2.3 en 4 af en in je schrift.
=maken 29,30, 34,35, 46,47 en 54

LEREN OEFENTOETS
Neem de spullen die je voor de les nodigt hebt mee?



Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eindopdracht les
  1. Pak je spullen in.
  2. Blijf zitten
  3. Wacht rustig tot de bel.
  4. Schuif je stoel aan als de bel gaat.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions