Grieks lidwoord, znw & werkwoord

Het Griekse lidwoord, znw en werkwoord
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Het Griekse lidwoord, znw en werkwoord

Slide 1 - Diapositive


A
is het mannelijke lidwoord
B
is het vrouwelijke lidwoord
C
is het onzijdige lidwoord
D
is geen lidwoord

Slide 2 - Quiz

τὰ
A
is het mannelijke lidwoord
B
is het vrouwelijke lidwoord
C
is het onzijdige lidwoord
D
is geen lidwoord

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

αἱ γαῖ
A
vrouwelijk enkelvoud
B
onzijdig enkelvoud
C
vrouwelijk meervoud
D
onzijdig meervoud

Slide 7 - Quiz

τὰ δεῖπνα
A
vrouwelijk enkelvoud
B
onzijdig enkelvoud
C
vrouwelijk meervoud
D
onzijdig meervoud

Slide 8 - Quiz

ἡ βουλή
A
vrouwelijk enkelvoud
B
onzijdig enkelvoud
C
vrouwelijk meervoud
D
onzijdig meervoud

Slide 9 - Quiz

οἱ δόλοι
A
mannelijk enkelvoud
B
vrouwelijk enkelvoud
C
mannelijk meervoud
D
onzijdig meervoud

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Waar denk je aan bij het Griekse werkwoord?

Slide 12 - Carte mentale

Slide 13 - Diapositive


τρέχω
A
indicativus
B
infinitivus

Slide 14 - Quiz


βλέπειν
A
indicativus
B
infinitivus

Slide 15 - Quiz


φέρουσιν
A
indicativus
B
infinitivus

Slide 16 - Quiz

3e persoon meervoud
3e persoon enkelvoud
1e persoon enkelvoud
infinitivus
ἔχω 
ἔχει 
ἔχουσιν
ἔχειν

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive