3.3 moleculaire stoffen

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

3 stofgroepen

moleculaire stof

metaal

zout

I2

CaCl2

Na

C6H12O6

Ca

leerdoelen:

• Je leert eenvoudige moleculaire stoffen een systematische naam geven.
  
• Je leert welke bindingen er in moleculen voorkomen.

systematishe naam:

elk molecuul heeft zijn eigen systematische naam.

- gebaseerd op molecuulformule

- de index geef je aan met een voorvoegsel (binas 66C)

voorbeeld: 

H2O = diwaterstofmono-oxide

              *mono op de eerste plek mag je weglaten

CO2 = (mono)koolstofdioxide

geef de systematische naam:
N2O4

geef de formule van:
diwaterstofmonosulfide

triviale naam

naast een systematische naam, hebben sommige stoffen ook een triviale naam (alledaagse naam)

deze kun je vinden in binas tabel 66 A

geef de fomule van kwarts

atoombindingen

De binding tussen 2 atomen noem je een atoombinding/covalente binding.

Deze ontstaat doordat 2 atomen samen een electronenpaar delen (gedeeld electronen paar)

bindingen

metaal --> electronen liggen 'los'

covalent --> electronen worden gedeeld

ion --> electron wordt 'afgestaan'

Hoeveel bindingen?

Het aantal electronen dat een atoom nodig heeft om een volle schil te creëren = het aantal bindingen = covalentie

waterstof --> 1 electron nodig = 1

Zuurstof --> 2 electronen nodig = 2

structuurformule tekenen

- bepaal van elke atoomsoort hoeveel bindingen deze kan aangaan 

- verbind de atoomsoorten met streepjes (1 streepje = e-paar)

- dubbele of zelfs 3-dubbele bindingen zijn mogelijk

- controleer of alle atomen hun bindingen compleet hebben

teken het molecuul C2H6

teken het molecuul c2H4

je kunt nu:

• de systematische naam van een moleculaire stof uit de formule afleiden en andersom
• 
  uitleggen hoe een atoombinding tot stand komt; 
• 
  uitleggen wat wordt bedoeld met het begrip covalentie; 
• de covalenties van een atoomsoort afleiden uit het ps
• 
  de structuurformule van een stof afleiden uit de molecuulformule en de covalenties; 
• aangeven wanneer een atoombinding wordt verbroken.

vwo: polaire binding

ionbinding: electron gaat naar het ene atoom

covalente binding: atomen 'delen' het electron

De polaire binding zit daar tussenin. 

De electronen bevinden zich tussen de atomen, maar niet in het middel, omdat 1 van de 2 'harder trekt'. 

(elektronegativiteit binas 40A)

elektronegativiteit 

De elektronegativiteit geeft aan hoe hard het atoom aan het gedeelde electron trekt. Als het verschil tussen de 0,4 en 1,7 ligt is het een polaire binding

polaire binding

Doordat water een polaire binding bevat wordt een deel van molecuul een beetje negatief geladen en een deel een beetje positief