Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Samenvatting Examen Klas 3
Slide 1 - Diapositive
Jaar 3
Organen en cellen (EX)
Voortplanting/seksualiteit (EX)
Ordening ("EX")
Stevigheid en beweging
Ecologie (EX)
Duurzaam Leven
Jaar 4
Planten (EX)
Regeling (EX)
Zintuigen (EX)
Voeding en vertering (EX)
Transport en afweer (EX)
Gaswisseling (EX)
Slide 2 - Diapositive
Organen en cellen
Slide 3 - Diapositive
Welke onderdelen zitten er in een schimmelcel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
schimmelcel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern
Slide 4 - Question de remorquage
Welke onderdelen zitten er in een plantencel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
Plantencel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern
Slide 5 - Question de remorquage
Welke onderdelen zitten er in een bacteriecel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe
bacteriecel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern
Slide 6 - Question de remorquage
Plantencel
Dierlijke cel
Schimmelcel
Bacteriecel
Slide 7 - Question de remorquage
Welke cel hoort bij een schimmel?
A
Cel 1
B
Cel 2
C
Cel 3
Slide 8 - Quiz
Welke letter geeft het cytoplasma aan?
A
Letter P
B
Letter Q
C
Letter R
Slide 9 - Quiz
cel
weefsel
orgaan
orgaanstelsel
organisme
Slide 10 - Question de remorquage
Lever
Dikke darm
Dunne darm
Maag
slokdarm
Slide 11 - Question de remorquage
Examenvraag
A
P = dunne darm, Q = Dikke darm
B
P = Dikke darm, Q = Endeldarm
C
P = Endeldarm, Q = Dikke darm
D
P = Twaalfvingerige darm, Q = Endeldarm
Slide 12 - Quiz
Voortplanting en seksualiteit
Slide 13 - Diapositive
primaire geslachtskenmerken
secundaire geslachtskenmerken
penis
balzak
vagina
schaamlippen
groeispurt
haargroei oksels (gezicht) en/of geslachtsorganen
spieropbouw
lagere stem
borstgroei
bredere heupen
voortplantings-organen gaan functioneren
Slide 14 - Question de remorquage
zwellichaam
zaadleider
urinebuis
bijbal
teelbal
balzak
prostaat
zaadblaasje
Slide 15 - Question de remorquage
aanmaken van zaadcellen
gevoelig voor prikkels
kunnen zich vullen met bloed
tijdelijk opslaan van zaadcellen
vervoeren zaadcellen
voegen vocht toe aan de zaadcellen (twee organen)
Elk orgaan van het mannelijk voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.
Kies bij elke taak het juiste orgaan.
prostaat
bijbal
eikel
zaadblaasje
teelbal
zwellichaam
zaadleider
Slide 16 - Question de remorquage
Baarmoeder
Eileider
Eierstok
Urineblaas
Urinebuis
Vagina
Slide 17 - Question de remorquage
Gevoelig voor prikkels.
Hier vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.
Hier vindt de ontwikkeling van het ongeboren kind plaats.
Hier komt het sperma bij de geslachtsgemeenschap.
Vervoeren van eicellen.
Vormen slijm waardoor de toegang tot de vagina gladder wordt.
Elk orgaan van het vrouwelijke voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.
Kies bij elke taak het juiste orgaan.
eierstokken
binnenste schaamlippen
baarmoeder
clitoris
eileiders
vagina
Slide 18 - Question de remorquage
Zwangerschap begint met het samensmelten van twee geslachtscellen, de .................... van de man en de .................... van de vrouw. Dit samensmelten heet .................... Dit gebeurt in de .................
In de baarmoeder gebeurt daarna de ....................
bevruchting
zaadcel
eicel
eileider
innesteling
Slide 19 - Question de remorquage
Wat is de volgorde van een bevalling?
Indaling
Weeën
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte
Slide 20 - Question de remorquage
Vruchtwaterpunctie
Vlokkentest
Echoscopie
Slide 21 - Question de remorquage
Innesteling
Ovulatie
Menstruatie
Slide 22 - Question de remorquage
Waar treedt de rijping van eicellen op?
A
Baarmoeder
B
Eierstokken
C
Eileiders
D
Vagina
Slide 23 - Quiz
Examenvraag
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 24 - Quiz
A
Innesteling
B
Eisprong
C
Bevruchting
D
Echo
Slide 25 - Quiz
Ecologie
Slide 26 - Diapositive
Maak een correcte voedselketen
Slide 27 - Question de remorquage
Producent
Consument
Reducent
Slide 28 - Question de remorquage
In welk deel of delen van de plant vind fotosynthese wel of niet plaats?