Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 1 min
Éléments de cette leçon
Rekenen les 1
voorbereiding op meetmoment
Slide 1 - Diapositive
Doel!
Voorbereiden op de oefentoets van volgende week
Slide 2 - Diapositive
Wat heb je nodig?
Pen, papier & een rekenmachine (niet bij alle vragen)
Als iedereen die voor zich heeft gaan we beginnen!
Slide 3 - Diapositive
tips
antwoord alleen in een getal, zonder woorden erachter
Slide 4 - Diapositive
Bereken zonder rekenmachine 1045 -678 =
Slide 5 - Question ouverte
Bereken zonder rekenmachine 4678 - 703=
Slide 6 - Question ouverte
Bereken zonder rekenmachine 525 : 25 =
Slide 7 - Question ouverte
Bereken zonder rekenmachine 162 : 18 =
Slide 8 - Question ouverte
In iedere kist passen 8 grote dozen en 4 kleine dozen. Hoeveel dozen heb ik in deze kisten zitten in totaal?
Slide 9 - Question ouverte
Er komt een bus aan met 14 mensen erin, bij de eerste halte stappen er 7 uit en bij de tweede halte stappen er 5 uit. Uiteindelijk stappen er in de laatste halte nog 23 mensen in. Hoeveel mensen zitten er in de bus?
Slide 10 - Question ouverte
In dit gebouw kunnen 330 knikkers, ik heb 5 van deze gebouwen, hoeveel knikkers heb ik in totaal?
Slide 11 - Question ouverte
Het citadel heeft 44 lokalen, in ieder lokaal kunnen 32 leerlingen. In de docentkamer kunnen 64 docenten. Hoeveel mensen kunnen er in de school?
Slide 12 - Question ouverte
Er worden 567 snoepjes verdeelt over 24 mensen. Hoeveel blijven er over?
Slide 13 - Question ouverte
Ik heb een dropveter van 135 cm. Ik eet zelf 50 cm op, de rest moet ik verdelen over 5 personen. Hoe lang is ieder stuk dropveter?
Slide 14 - Question ouverte
Ik heb 35 tassen die kunnen wij met 5 personen tillen. Hoeveel tassen kunnen dan 8 personen tillen?
Slide 15 - Question ouverte
in 6 busjes passen 36 mensen. Hoeveel mensen passen er dan in 10 busjes?
Slide 16 - Question ouverte
Tussen de hectometerpaaltjes zit altijd 100 meter. Hoeveel paaltjes staan er op 1000 meter.
Slide 17 - Question ouverte
Bij een hardloopwedstrijd moeten ze 10 rondjes van 2km. Iemand komt na 4 rondjes op kop. Hoeveel km moet deze aan kop blijven om de wedstrijd te winnen?
Slide 18 - Question ouverte
Ik moet 40 pannenkoeken bakken met deze pannen. Ik vul alle pannen 14 keer, hoeveel pannenkoeken heb ik dan teveel?
Slide 19 - Question ouverte
Groentemix kost 1,25 euro per 250 gram. Hoeveel euro betaal je voor 650 gram. (tip, verhoudingstabel)
Slide 20 - Question ouverte
Bij de waterpolo vereniging zitten 105 kinderen. De jongens meisjes verhouding is 4:3. Hoeveel meisjes zitten er bij de club?