Rekenen
1 / 17
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
4 honden hebben 2 botjes. Hoeveel botjes hebben ze samen?
Slide 3 - Question ouverte
Er staan 9 boeken in de kast. De kast heeft 3 planken. Hoeveel boeken staan er op elke
plank?
plank?
A
9
B
3
C
12
D
1
Slide 4 - Quiz
Sleep het rondje naar de sommen die 10 als uitkomst hebben.
0 + 10
5 + 5
2 + 5
4 + 4
7 + 3
3 + 6
5 + 4
0 + 1
2 + 8
1 + 4
2 + 2
1 + 3
6 + 4
2 + 6
1 + 2
3 + 2
3 + 7
2 + 7
8 + 2
8 + 0
4 + 4
9 + 1
3 + 1
7 + 1
Slide 5 - Question de remorquage
Noud heeft een vissenkom met 13 visjes. Voor zijn verjaardag krijgt hij er 7 bij. Hoeveel heeft hij nu?
A
20
B
7
C
13
D
6
Slide 6 - Quiz
Coen, Romy en Zara bezorgen ieder 2 kranten. Hoeveel kranten hebben ze samen bezorgd?
Slide 7 - Question ouverte
Welk getal is het meest?
A
2
B
20
C
19
D
21
Slide 8 - Quiz
Mees heeft 5 euro. Van oma krijgt hij 4 euro. Hoeveel geld heeft hij?
A
9
B
4
C
5
D
11
Slide 9 - Quiz
Tekst
Waar is het half 8?
Slide 10 - Question de remorquage
Pim heeft 15 lammetjes. 10 lopen buiten het hok. Hoeveel zitten er in het hok?
A
5
B
15
C
10
D
20
Slide 11 - Quiz
De postbode bezorgt kaarten. Hij is bij nummer 24, daarna komt 26 en dan...
A
27
B
28
C
29
D
24
Slide 12 - Quiz
Antwoord is 7
Antwoord is 5
5+2
3+2
3+4
2+3
6+1
0+5
Slide 13 - Question de remorquage
Hoe laat is het?
A
4 uur
B
half 6
C
6 uur
D
half 4
Slide 14 - Quiz
13 euro
Slide 15 - Question de remorquage
Op de tafel staan 10 glazen. Er staan nog 6 glazen in de kast. Hoeveel glazen zijn er?
A
6
B
12
C
10
D
16
