Basisstof 3.3 Het hart + herhaling basisstof 1 en 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Basisstof 3.1 Bloed

Kan ik de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

00:20

Uit welke bestanddelen
bestaat bloed?

00:50

Welke stoffen zitten er in bloedplasma?

Eiwitten

Voedingsstoffen

01:17

Waar worden de eiwitten die uit het
bloedplasma gehaald worden voor gebruikt?

Hoe komt het dat er een scheiding ontstaat tussen het bloedplasma en de bloedbestanddelen?

Welke bloedbestanddelen spelen een belangrijke rol bij het bestrijden van ziekteverwekkers?

1. Rode bloedcellen
2. Witte bloedcellen
3. Bloedplaatjes
4. Bloedplasma

Welk cijfer heeft de bloedcel
die geen celkern heeft.

1. 1
2. 2
3. 3

Rode bloedcellen hebben een vast vorm maar geen celkern.

Witte bloedcellen hebben geen vaste vorm maar wel een celkern. 

Witte bloedcellen zijn zwaarder dan rode bloedcellen.

1. Juist
2. Onjuist

Welke stoffen zijn opgelost in bloedplasma?

In hooggelegen gebieden bevat de lucht minder zuurstof dan in Nederland. Nederlandse topsporters trainen graag een aantal weken in die gebieden. Daarna leveren ze in Nederland betere prestaties. Als gevolg van de training is de samenstelling van het bloed veranderd.
Wat is door de training veranderd in de samenstelling van het bloed?

1. Het bloed bevat meer bloedplaatjes.
2. Het bloed bevat meer bloedplasma.
3. Het bloed bevat rode bloedcellen.
4. Het bloed bevat meer witte bloedcellen.

Verklaar wat de reden is dat er dan meer rode bloedcellen in het bloed aanwezig zijn.

Hoe wordt de stof genoemd waardoor bloed een rode kleur heeft?

Basisstof 3.2 De bloedsomloop

Kan ik drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.

Kan ik in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.

Kan ik de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Benoem drie typen bloedvaten.

Welk soort bloedvat heeft een dikke elastische wand?

1. Slagader
2. Haarvat
3. Ader

In welk bloedvat vindt er stofwisseling plaats?

1. Slagader
2. Haarvat
3. Ader

kleine bloedsomloop

grote bloedsomloop

Kleine bloedsomloop

Organen

Grote bloedsomloop

Hart

Longen

Zuurstofarm -

kleine bloedsomloop

Zuurstofrijk -

grote bloedsomloop

Zuurstofrijk -

kleine bloedsomloop

Zuurstofarm -

grote bloedsomloop

Sleep de namen naar de juiste bloedvaten 

Nierslagader

Longader

Leverader

Poortader

Aorta

Longslagader

Basisstof 3.3 Het hart

Ik kan in een afbeelding de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten benoemen.

Ik kan de kenmerken en functies noemen van het hart en de aansluitende bloedvaten.

Notter in het schrift de titel en schrijf de doelen over.

Schrijf ook de vetgedrukte teksten van de komende slides over in het schrift.

Buitenkant

Het hart is een holle spier en in spieren vindt er veel verbranding plaats om energie op te wekken uit de aanwezige voedingsstoffen met behulp van zuurstof.

Kransslagaders (aftakkingen van de aorta) transporteren voedingstoffen en zuurstof naar de spiercellen toe.

Kransaders transporteren afvalstoffen en koolstofdioxide van de spiercellen af. 

Binnenkant

Harttussenwand: scheiding tussen linker- en rechterhelft.

Hartkleppen: scheiding tussen boezems en kamers.

Via bovenste en onderste holle ader stroomt het zuurstofarme bloed terug in het hart de rechterboezem waar de kleine bloedsomloop begint. 

Vanuit de rechterboezem naar de rechterkamer. Via de longslagader gaat het zuurstofarme bloed richting de longhaarvaten. 

Bij de longhaarvaten wordt koolstofdioxide afgegeven en nieuwe zuurstof opgenomen.

Via de longader stroomt het zuurstofrijke bloed terug naar het hart en komt daar aan in de linkerboezem. Daarna stroomt het naar de linkerkamer waar de grote bloedsomloop begint. Via de linkerkamer wordt het bloed met kracht de aorta ingepompt.

 

hartkleppen

Aan de hartkleppen tussen de boezem en kamer zitten vezels die ervoor zorgen dat de hartkleppen niet richting de boezems kunnen gaan, maar alleen opengaan richting de kamers.

Bij de ingang van de longslagader en aorte zitten halvemaanvormige kleppen. 

Wat valt jou op wanneer je kijkt naar
de wanden van de rechter- en
linkerkamer?
En waarom zou dat verschil er zijn?
Je kunt de afbeelding vergroten door erop te klikken.

Vond je de uitleg over het hart duidelijk?

😒🙁😐🙂😃

Noteer in de agenda...

Huiswerk 31 oktober 2024 

2de lesuur

Opdrachten 1 tot en met 7 vanaf bladzijde 178.

Lees basisstof 3.4