H3 Lezen - verbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

De planning

15 minuten lezen

Start H3 Lezen

Aan de slag

Lezen H3

Verbanden en signaalwoorden

Wat zijn dat ook alweer?

Verbanden en signaalwoorden

Een tekstverband geeft de samenhang tussen zinnen, woorden en alinea's weer. 

Je herkent het tekstverband aan de bijbehorende signaalwoorden

Verbanden en signaalwoorden

Opsommend verband: Er wordt een opsomming benoemt.

signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, ten slotte, daarnaast, verder

Tegenstellend verband: Er wordt een tegenstelling benoemt

signaalwoorden: tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant … aan de andere kant, daarentegen

Toelichtend verband: Er wordt een voorbeeld/toelichting benoemt.

signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere

Voorbeelden

1. Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder
2. Je kunt afspraken voor een reis laten vastleggen in een reisovereenkomst. Denk aan het aantal excursies dat je per week wilt doen.
3. Veel jongeren willen graag in de vakantie wat bijverdienen, maar niet elke klus is aantrekkelijk of levert genoeg geld op.

In welke zin zit welk verband?

apps.noordhoff.nl

Nu

H3 Lezen - verbanden en signaalwoorden

Startopdracht, 1 t/m 5 + 7