3GT verbanden signaalwoorden (1)

Signaalwoorden + tekstverbanden

opsomming
tegenstelling
voorbeeld
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Signaalwoorden + tekstverbanden

opsomming
tegenstelling
voorbeeld

Slide 1 - Diapositive

Er is een verband tussen jouw aanwezigheid en je rapportcijfers.

Wat betekent 'verband'?
A
ze gebeuren tegelijk
B
ze hebben iets met elkaar te maken
C
dit gebruik je bij een kneuzing

Slide 2 - Quiz

Tekstverbanden
Zinnen samen vormen een tekst. De zinnen staan in een bepaalde volgorde: ze horen bij elkaar. 

- Woorden binnen één zin.
- Zin met andere zin.
- Alinea met andere alinea.

Slide 3 - Diapositive

Een opsomming 
Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, bovendien, tevens, daarnaast, ten slotte, en. Je kunt een opsomming ook herkennen aan opsommingstekens, zoals een dubbele punt (:), liggende streepjes (-), getallen (1, 2, 3) of ‘dots’ (•).
    Bijvoorbeeld:
Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.

Maak een zin met een opsommend verband

Slide 4 - Diapositive

Mijn zin met een opsommend verband is:

Slide 5 - Question ouverte

Een tegenstelling
Tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant … aan de andere kant, daarentegen. 
  
 Bijvoorbeeld:
Veel jongeren willen graag in de vakantie wat bijverdienen, maar niet elke klus is aantrekkelijk of levert genoeg geld op.

Maak een zin met een tegenstellend verband

Slide 6 - Diapositive

Mijn zin met een tegenstellend verband is:

Slide 7 - Question ouverte

Een voorbeeld (toelichting) 
Bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere, ter illustratie. Een voorbeeld of toelichting volgt vaak na een algemene uitspraak. 

Bijvoorbeeld:
Je kunt afspraken voor een reis laten vastleggen in een reisovereenkomst. Denk aan het aantal excursies dat je per week wilt doen.

Maak een zin met een toelichtend verband

Slide 8 - Diapositive

Mijn zin met een toelichtend verband is:

Slide 9 - Question ouverte

Werk aan:

Hoofdstuk 3, blz. 64
opdracht 1, 2, 4 of 5. 

(volgende les ook nog tijd om hieraan te werken)

Slide 10 - Diapositive