8 november 3.1 De Griekse Wereld (les 2)

Wat doen we vandaag?
  • Huiswerk: leren H. 1 en 2.2;
  • SV 3.1 en opdr. 1-2-3
  • Vragen 2.2?
  • Toets!?
  • Paragraaf 3.1 (vervolg)
  • Opdrachen 3.1
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat doen we vandaag?
  • Huiswerk: leren H. 1 en 2.2;
  • SV 3.1 en opdr. 1-2-3
  • Vragen 2.2?
  • Toets!?
  • Paragraaf 3.1 (vervolg)
  • Opdrachen 3.1

Slide 1 - Diapositive

Vragen H. 1; 2.2, 3.1?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

De Grieken
De Griekse wereld: handel en samenlevingen

Slide 4 - Diapositive

De Grieken

Slide 5 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van deze les kun je:

  • Uitleggen hoe de Grieken zich verspreidden over een groot gebied en contacten hadden met andere volken. 

  • Onderscheid maken tussen de samenleving van Athene en de samenleving van Sparta.
  • Uitleggen hoe de samenleving van Athene ingedeeld kan worden in vier sociale groepen.
  • Uitleggen hoe de samenleving van Sparta ingedeeld kan worden in drie sociale groepen



Slide 6 - Diapositive

Leerdoel
Leerdoel: De verschillen tussen samenlevingen in het Oude Griekenland verklaren.


Slide 7 - Diapositive

Grieken
Agora: centrale plein van hun stad. Hier was de markt en rond het plein stonden regeringsgebouwen en tempels.
Stoa: lange zuilenhal waar Grieken elkaar ontmoetten, er zaken werden gedaan en geleerden discussieerden. 

In de wijken rondom de agora waren er verschillende beroepen. Deze beroepen in de nijverheid (producten maken) waren bv. bakker, wever en schilder. 

Slide 8 - Diapositive

Aantekening voorbeeld:
Grieken
Agora > centrale plein (markt)
Stoa > lange zuilenhal (ontmoeting)

Nijverheid = producten maken (verschillende beroepen)

Slide 9 - Diapositive

Contact andere volken:
Door de kolonies gaat het erg goed met de Griekse economie, de handel en de productie groeien. Door deze handel komen de Grieken in contact met andere culturen en volken.

(Atheners verkochten vazen, juwelen, wijn, honing, parfum en olijven. Uit Egypte haalden ze bijvoorbeeld papyrus en graan. Maar ze hadden ook contact met bv. Feniciërs en Etrusken.)

Slide 10 - Diapositive

Aantekening voorbeeld:
Contact andere volken
Kolonies: gaat goed met Griekse economie > groei in handel en productie > contact met andere culturen door handel. 


Slide 11 - Diapositive

Contact andere volken:
Gevolg: verandering van culturen. De culturen hadden invloed op elkaar.

  • Letterschrift (Feniciërs)--> ontstaan van het Griekse Alfabet
  • Geld (Lydiërs uit Anatolië) i.p.v. ruilhandel
Er ontstond dus een geldeconomie




Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Opschrijven:
Door de kolonies groeide de Griekse economie en kwamen ze in contact met andere culturen. Dit had als gevolg dat er een verandering plaatsvond: de culturen hadden invloed op elkaar. 


Geldeconomie: economie waarin geld wordt gebruikt. 
Nijverheid: producten maken. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Gebruik bron 4.

Welk mening had Xenophon over de Spartaanse opvoeding? Geef een uitleg.

Slide 18 - Question ouverte

Sparta
Sparta was een speciale Griekse polis op de Peloponnesos, het Zuid-Griekse schiereiland. 
Waarom? 
- Geen akropolis aanwezig
- Liggend op een open vlakte
Ze hadden daarom een sterk leger nodig: Spartaanse opvoeding

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive



De belangrijkste dingen die je op moet schrijven behandelen we zo in een opdracht. 

1. De samenleving van Athene
2. De samenleving van Sparta 

Slide 23 - Diapositive

OPDRACHT
Wat heb je nodig? 
1. Papier en pen
of
2. Word-document
+ Creativiteit 

Slide 24 - Diapositive

Opdracht
1. Maak 2 kolommen
2. Schrijf boven de ene kolom Athene en boven de andere Sparta
3. Zet de goede sociale groepen en kenmerken bij de goede stadstaat 

Let op! Zet de sociale groepen van belangrijk naar onbelangrijk. 
Schrijf voor compleetheid eventueel het bezit erbij. 

Slide 25 - Diapositive

Plaats in de goede kolom
Vreemdelingen (metoiken)                                                 Vrouwen

Overwonnenen (heloten)                                                     Sterk leger 

Omwonenden (perioiken)                                                    Vrije, volwassen mannen

Slaven                                                                                           Spartanen (homoioi)

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

0

Slide 28 - Vidéo

Aan het werk.
  • Leer paragraaf 1.1, 1.3-1.5, 2.2
  • Maak de opdrachten van 3.1.

Dit is ook huiswerk.

Slide 29 - Diapositive