3.1 - B - De Griekse Wereld



3.1 De Griekse wereld
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon



3.1 De Griekse wereld

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke contacten de Grieken hadden met elkaar en met andere volken.

  • Je kunt kenmerken van de samenleving van Athene benoemen. 

  • Je kunt kenmerken van de samenleving van Sparta benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • De Grieken en ander volken
  • Athene
  • Sparta
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Diapositive


De Grieken en andere volken

  • Grieken kwamen graag samen op de agora om met elkaar te praten. 
  • Rond de agora woonden ambachtslieden  die zich bezig hielden met nijverheid. 
  • Door de groei van de economie gingen handelaren ook met andere landen handelen zoals Egypte en Libanon. Er ontstond een geldeconomie. 
  • Grieken namen ook het letterschrift over. 
Leerdoel 1

Slide 4 - Diapositive

Athene (1)
  • Athene bestond uit vier groepen.

  • Vrije volwassen mannen die in Athene waren geboren. Zij hadden veel grond en aanzien. Mannen waren het hoofd van het gezin. 

  • Migranten, zij mochten geen grond bezitten en werken in de handel of nijverheid.

Leerdoel 2

Slide 5 - Diapositive

Athene (2)
  • Vrouwen hadden weinig rechten. Zij mochten geen huis of grond bezitten. Vrouwen in Athene waren veel thuis en hielden zich bezig met de opvoeding

  • Slaven, zij hadden geen rechten en deden het meeste werk in de stadstaten en waren belangrijk voor de economie.  
Leerdoel 2

Slide 6 - Diapositive

Sparta (1)
  • Militaire zaken zijn belangrijk. (Sparta had meer slaven dan Spartiaten!)
      
  • Mannen leefden samen in eetgenootschappen.  Kinderen krijgen een zware, Spartaanse opvoeding.

  • Spartaanse meisjes kregen les in poëzie en muziek. Spartaanse vrouwen hadden meer vrijheid dan Atheense vrouwen. 
Leerdoel 3

Slide 7 - Diapositive

Sparta (2)
  • Overwonnen volken, dit waren de nakomelingen van mensen die in dit gebied woonden vóór de Spartiatenen. (heloten)

  • De derde groep is de omwonenden. Dit waren bewoners die verder van de stadstaat afwoonden. Zij hadden een eigen bestuur maar betaalden belasting en leverden soldaten aan Sparta.  
Leerdoel 3

Slide 8 - Diapositive

4

Slide 9 - Vidéo

Aantekeningen
  • De Grieken werden beïnvloed door andere culturen. Hierdoor ontstond het letterschrift en een geldeconomie. 
  • In Athene was de samenleving opgedeeld in groepen, vrije mannen, migranten, vrouwen en slaven. Zij hadden allemaal hun eigen rechten en plichten. 
  • Sparta was gericht op oorlogsvoering. De samenleving bestond uit mannen, vrouwen, overwonnen volken en omwonenden. 

Slide 10 - Diapositive

I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet.
II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist

Slide 11 - Quiz

Welke volgorde van belangrijk naar onbelangrijk in de samenleving van Athene klopt?
A
slaven, vrouwen, vrije Atheense mannen, vreemdelingen
B
vrouwen, slaven, vrije Atheense mannen,vreemdelingen
C
vreemdelingen, vrouwen, slaven, vrije Atheense mannen
D
vrije Atheense mannen, vreemdelingen, vrouwen, slaven

Slide 12 - Quiz

De Grieken stichtten koloniën.
Waarom deden ze dat?

Slide 13 - Question ouverte

Welke zin over de samenleving van de oude Grieken is niet juist?
A
De Grieken vonden het heel normaal dat een deel van de mensen niet vrij was, maar bezit van een ander.
B
De meeste mensen verdienden hun brood in de landbouw.
C
Er werden koloniën gesticht omdat de Griekse grond niet genoeg voedsel opbracht.
D
Handel en ambachten waren de belangrijkste economische activiteiten.

Slide 14 - Quiz

Welke bewering over de Griekse stadstaat is niet juist?
A
Een stadstaat is een stad met omliggend gebied.
B
Een stadstaat was in de Oudheid de belangrijkste stad in een staat.
C
Grieken noemden een stadstaat een polis.
D
Iedere stadstaat had zijn eigen wetten.

Slide 15 - Quiz

Goed of fout?

Athene en Sparta hadden een andere cultuur.
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

Huiswerk bespreken
  • Maak opdracht  1c/d 3, 4, 7c, 8b.

  • Klaar? Maak opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 83. 

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke contacten de Grieken hadden met elkaar en met andere volken.

  • Je kunt kenmerken van de samenleving van Athene benoemen. 

  • Je kunt kenmerken van de samenleving van Sparta benoemen.

Slide 18 - Diapositive