P3L3 - Lezen 3.3 - Maandag - 1VMB


Welkom 1VMB







: )


Maandag

Planning van dit uur

  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken 



Aan het einde van deze les
  • kan je hoofd- en bijzaken onderscheiden;
  • kan je signaalwoorden herkennen die een tegenstelling aangeven. 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon


Welkom 1VMB







: )


Maandag

Planning van dit uur

  • Bespreken huiswerk
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken 



Aan het einde van deze les
  • kan je hoofd- en bijzaken onderscheiden;
  • kan je signaalwoorden herkennen die een tegenstelling aangeven. 

Slide 1 - Diapositive

SO Lezen H1 t/m H3
  • Volgende week 


Slide 2 - Diapositive

Huiswerk bespreken
timer
5:00
Wat
Huiswerk bespreken (opdracht 2, 5 t/m 8 van 3.3 Lezen)
Hoe
Klassikaal
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie 
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 3 - Diapositive

Wat betekent:
'Dat is maar bijzaak!' ?

Slide 4 - Question ouverte

Hoofdzaken

Belangrijke informatie
in een tekst
Bijzaken

Minder belangrijke informatie in een tekst

Waarom staat het er dan wel? 
Ze maken de hoofdzaken in de tekst duidelijker. 

Bijvoorbeeld: een voorbeeld, een herhaling, een uitleg. 

Slide 5 - Diapositive

Wat is ook alweer
een signaalwoord?

Slide 6 - Question ouverte

Signaalwoord
- plakt twee zinnen aan elkaar
- laat het verband tussen die twee zinnen zien
Ik kocht boter
ik kocht kaas.

Slide 7 - Diapositive

Signaalwoord
- plakt twee zinnen aan elkaar
- laat het verband tussen die twee zinnen zien
Ik kocht boter
ik kocht kaas.
en
opsomming 
want je koopt twee dingen 

Slide 8 - Diapositive

signaalwoorden die een tegenstelling laten zien
je hebt ook

Slide 9 - Diapositive

Wat is een tegenstelling?

Slide 10 - Question ouverte

Tegenstelling
twee dingen die heel verschillend zijn of het tegenovergestelde

mooi - lelijk
zonnig weer - regen
stil - druk 

Slide 11 - Diapositive

Wat is de tegenstelling van 'boeiend'?

Slide 12 - Question ouverte

Het zou vandaag zonnig weer worden 
nu regent het.

Slide 13 - Diapositive

Het zou vandaag zonnig weer worden 
nu regent het.
maar

Slide 14 - Diapositive

Wat is het signaalwoord in deze zin:

Ik wil in bed blijven liggen maar ik ga toch opstaan.
A
in
B
maar
C
toch
D
opstaan

Slide 15 - Quiz

Is dit een tegenstelling of een opsomming?

Het is koud en het regent buiten.
A
tegenstelling
B
opsomming

Slide 16 - Quiz

Is dit een tegenstelling of een opsomming?

Het boek is lang, toch heb ik het uitgelezen.
A
tegenstelling
B
opsomming

Slide 17 - Quiz

Wat is het signaalwoord in deze zin?

Het boek is lang, toch heb ik het uitgelezen.
A
toch
B
lang
C
het
D
uitgelezen

Slide 18 - Quiz

                   Individueel werken 
timer
5:00
Wat
Maak in je boek opdracht 10 t/m 19 (3.3 Lezen) 
Hoe
Eerst vijf minuten individueel, in stilte - als dat goed gaat: rustig overleggen
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp - daarna: kom langs m'n bureau met vragen  
Tijd
Vijftien minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de SO van Lezen H1 + H2 + H3
Klaar
Lees in je leesboek

Slide 19 - Diapositive

Samenvatting van de les
Jij
  • kunt hoofd- en bijzaken onderscheiden;
  • kunt signaalwoorden herkennen die een tegenstelling aangeven. 

Huiswerk
  • Maak in je boek opdracht 10 t/m 19 (3.3 Lezen) 

    Slide 20 - Diapositive