wk 41: les 2 - fictie: tijd

Vorige les heb je geleerd...
...hoe setting en sfeer van invloed zijn op het verhaal....
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vorige les heb je geleerd...
...hoe setting en sfeer van invloed zijn op het verhaal....

Slide 1 - Diapositive

Vorige les heb je geleerd...
...hoe setting en sfeer van invloed zijn op het verhaal....

Slide 2 - Diapositive

Deze les ga je leren...
...hoe een schrijver spanning kan creëren door het gebruik van tijd

Slide 3 - Diapositive

Tijd
We gaan een fragment bekijken.

Wat kun je vertellen over tijd?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

TIJD: wat gaat hier fout?

Slide 6 - Diapositive

“Chronologie”: op volgorde van tijd
Denk aan het Griekse “Chronos” (tijd). Chronologisch (op volgorde) versus  
niet-chronologisch (niet op volgorde).

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Terugverwijzing

Een terugverwijzing in een boek wijst met een kort zinnetje terug naar iets wat in het verleden gebeurd is. Bijvoorbeeld:

'Hij dacht terug aan die ochtend waarin hij haar nog in zijn armen had gehouden.'


Een terugverwijzing is korter dan een flashback. Bij een flashback spring je voor een langere periode terug in de tijd.

Slide 9 - Diapositive

Vooruitwijzing
Hierbij kijkt een personage vooruit in de tijd. Hij of zij denkt na over iets wat zou kunnen gebeuren.

Als zo'n vooruitwijzing een langere periode beschrijft, dan noemen we dat een flashforward. Sommige boeken beginnen met een flashforward en beginnen vervolgens bij het begin van het verhaal. Dit doet de schrijver om spanning op te roepen.

Slide 10 - Diapositive

Als er veel flashbacks en flashforwards voorkomen in het boek, dan verloopt de tijd chronologisch of niet-chronologisch?

Slide 11 - Diapositive

Vertelde tijd / verteltijd

Vertelde tijd: De tijd die een schrijver beschrijft. Dit kan een dag, een week, een maand, een jaar of zelfs vele jaren zijn.


Verteltijd: Hoeveel bladzijdes heeft het boek. Het is eigenlijk de tijd die jij nodig hebt om het verhaal hardop voor te lezen.




Slide 12 - Diapositive

Aan de slag!
  • Lees blz. 68 (groene blok)
  • Maak opdr. 1, 2, 3
  • Klaar? Lezen in je leesboek

Slide 13 - Diapositive