Blok 4 - les 5 en 6 verkleinwoorden

lesdoel
Ik leer hoe ik verkleinwoorden maak.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

lesdoel
Ik leer hoe ik verkleinwoorden maak.

Slide 1 - Diapositive

bij meervoud
lidwoord: de

Slide 2 - Diapositive

Voor een verkleinwoord komt altijd het lidwoord
A
de
B
het

Slide 3 - Quiz

Schrijf het verkleinwoord op samen met het lidwoord
het bed

Slide 4 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord op samen met het lidwoord
de lamp

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord op samen met het lidwoord
de ring

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord op samen met het lidwoord
het raam

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord op samen met het lidwoord
de winkel

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord op
Sst, ik heb een geheim....

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord op
In het folder... staan aanbiedingen.

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord op
Je moet de zegel...... inleveren.

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord op
Wil jij een pak... drinken?

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord op
Nee, liever een zak.. chips?

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord op
Met een schaar... knip ik.

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord op
Mijn vader gebruikt een tang....

Slide 15 - Question ouverte

Schrijf het verkleinwoord op
De kraam..... op de markt zijn wit.

Slide 16 - Question ouverte

taal
Blok 4 - les 6

blz 72

Slide 17 - Diapositive