3gt NN blok 5 TAALVERZORGING SPELLING

De inhoud
verkleinwoorden
afkortingen
letterwoorden
initiaalwoorden
verkorting
symbool
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De inhoud
verkleinwoorden
afkortingen
letterwoorden
initiaalwoorden
verkorting
symbool

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verkleinwoorden
Taalverzorging: spelling
H5: Verkleinwoorden


Lesdoel: Ik kan verkleinwoorden goed spellen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3gt blok 5 TV spelling 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verkleinwoorden
Verkleinwoorden zijn de 'kleine' vorm van zelfstandige naamwoorden. 
In de Nederlandse taal worden erg vaak verkleinwoordjes gebruikt.

Bij verkleinwoorden gebruik je altijd het lidwoord HET

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechts zie je de verkleinwoorden.
Kijk goed naar de lidwoorden. Wat zie je?
Doel: je weet wat een verkleinwoord is.

Slide 5 - Diapositive

Dus de basisregel is: het woord eindigt op -je
De tweede regel is: het woord heeft het lidwoord 'het'.
Meervoud

cafés
auto's
taxi's
baby's
displays
bureaus


Verkleinwoorden

cafeetje
autootje
taxietje
baby'tje
displaytje
bureautje

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

afkortingen
Taalverzorging: spelling
H5: afkortingen


Lesdoel: Ik kan afkortingen goed spellen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afkortingen
Afkortingen 1
Afkortingen van bedrijven, organisaties en landen: HOOFDLETTERS

VVV

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afkortingen
Afkortingen die we ook volledig als woord uitspreken krijgen:
KLEINE letters en ZONDER PUNTEN

havo, pin, bh, vmbo, mbo, tv
Afkortingen 2

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afkortingen
Afkortingen waarvan je de woorden altijd volledig moet uitspreken schrijf je WEL met PUNTEN.

a.u.b.     e.d.        o.a.     enz.     z.o.z. 
bijv.       m.a.w.   etc.    t.w.v. 
Afkortingen 3

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de afkorting van 'kilometer'?
A
km
B
klm
C
k.m.
D
km.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Afkorting:
'met behulp van'
A
m.b.v.
B
mbv
C
M.B.V.
D
MBV

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste afkorting van diskjockey
A
d.j.
B
D.J.
C
dj
D
DJ

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste afkorting?

onder vermelding van
A
ovv
B
o.v.v.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies de juiste afkorting.
A
rtl
B
r.t.l.
C
RTL
D
R.T.L.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de afkorting van 'watercloset'?
A
WC
B
wc

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe schrijf je de afkorting?
A
vmbo
B
v.m.b.o.
C
VMBO
D
V.M.B.O.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de afkorting van 'alstublieft'
A
aub
B
a.u.b.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions