H3: Online Herhaling 1 / Grafieken en vergelijkingen - 2M
Start geen nieuwe vergadering
Accepteer
in LessonUp c
deze les. Als het c kan op een 2e device.
Welkom wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto goed in.
Wat gaan we doen? ● Lesdoel bespreken ● Terugblik: H3
● Vraagmoment
bij
We gaan zo starten.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Start geen nieuwe vergadering
Accepteer
in LessonUp c
deze les. Als het c kan op een 2e device.
Welkom wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto goed in.
Wat gaan we doen? ● Lesdoel bespreken ● Terugblik: H3
● Vraagmoment
bij
We gaan zo starten.
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Je hebt alle leerdoelen van hoofdstuk 3 behaald,
of weet wat je nog moet doen om deze te behalen.
H3 Formules en vergelijkingen:
VK Grafieken
1. Oplossen met grafieken
2. Oplossen met inklemmen
3. Oplossen met de balansmethode
4. Uitgebreide balansmethode
5. Lineaire formules
Slide 2 - Diapositive
formule
tabel
grafiek
Slide 3 - Question de remorquage
Wat is dit voor soort grafiek?
A
Vloeiende kromme
B
Horizontale grafiek
C
Lineaire grafiek
D
Constante
Slide 4 - Quiz
Wat doe je als eerste als je deze vergelijking moet oplossen door in te klemmen? -6a + 231 = 150
Slide 5 - Question ouverte
We lossen op door in te klemmen. -6a + 231 = 150
Als we a = 10 invullen, wat is de conclusie?
A
Te veel
B
Te weinig
C
Klopt precies
Slide 6 - Quiz
We lossen op door in te klemmen. -6a + 231 = 150
Als we a = 15 invullen, wat is de conclusie?
A
Te veel
B
Te weinig
C
Klopt precies
Slide 7 - Quiz
We lossen op door in te klemmen. -6a + 231 = 150
Als we a = 13 invullen, wat is de conclusie?
A
Te veel
B
Te weinig
C
Klopt precies
Slide 8 - Quiz
We lossen op door in te klemmen. -6a + 231 = 150
Als we a = 14 invullen, wat is de conclusie?
A
Te veel
B
Te weinig
C
Klopt precies
Slide 9 - Quiz
We lossen op door in te klemmen: -6a + 231 = 150
a = 13 geeft te veel, a = 14 geeft te weinig.
Welke a gaan we nu proberen?
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Welke stap maak je bij deze vergelijking?
7a - 15 = 5a + 5
A
De lossen links wegwerken
B
De beide variabele
wegwerken
C
De losse getallen wegwerken
D
De variabele rechts wegwerken
Slide 12 - Quiz
We gebruiken de balansmethode 3g+7=5g+12
Wat is de eerste stap?
A
vergelijking overschrijven
B
variabele rechts weghalen
C
Losse links weghalen
D
delen door getal voor de variabele
Slide 13 - Quiz
We gebruiken de balansmethode 3g+7=5g+12
Wat is de volgende stap?
A
Controleer jezelf
B
variabele rechts weghalen
C
Losse links weghalen
D
delen door getal voor de variabele
Slide 14 - Quiz
We gebruiken de balansmethode 3g=5g+5
Wat is de volgende stap?
A
Controleer jezelf
B
variabele rechts weghalen
C
Conclusie opschrijven
D
delen door getal voor de variabele
Slide 15 - Quiz
We gebruiken de balansmethode -2g=5
Wat is de volgende stap?
A
Controleer jezelf
B
variabele rechts weghalen
C
Conclusie opschrijven
D
delen door getal voor de variabele
Slide 16 - Quiz
We gebruiken de balansmethode g=-2,5
Wat is de volgende stap?
A
Controleer jezelf
B
variabele rechts weghalen
C
Conclusie opschrijven
D
delen door getal voor de variabele
Slide 17 - Quiz
We gebruiken de balansmethode g=-2,5
Wat is de laatste stap?
A
Controleer jezelf
B
variabele rechts weghalen
C
Conclusie opschrijven
D
delen door getal voor de variabele
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Wat zijn de variabelen in deze formule?
P=4a+32
A
4a
B
4 en 32
C
P
D
P en a
Slide 20 - Quiz
Een gegeven formule is y = 240 - 6x Laat met een berekening zien of het punt (18, 144) op de grafiek ligt. Hoe pak je dit aan?
Slide 21 - Question ouverte
Bart en Tom zijn tweelingbroers. Bart groeit volgens de formule: lengte in cm = 50 + 4t Tom groeit volgens de formule: lengte in cm = 55 + 3t Na een tijdje zijn de broers even lang. Welke vergelijking hoort daarbij?
Slide 22 - Question ouverte
In de supermarkt kun je sparen voor pannen. Als je geen zegels hebt, kost een pan €30,- Als je 50 zegels hebt gespaard, kost de pan €15,- Welke vergelijking hoort hierbij?
Slide 23 - Question ouverte
Teken de grafiek bij de formule y = -0,5x + 8.
Wat doe je als eerste als je deze opdracht krijgt?
A
assenstelsel tekenen
B
T-tabel maken
C
tabel met 2 punten maken
D
tabel met 3 punten maken
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Diapositive
Dalend
Stijgend
Constant
Slide 26 - Question de remorquage
Huiswerk
Leren voor het proefwerk: Zorg dat je alle leerdoelen van hoofdstuk 3 behaald in de komende week.