BK grammatica hoofdstuk 3

persoonsvorm
lijdend voorwerp
resten


onderwerp
zinsdeelstrepen

naamwoordelijk deel
(kww)
Zinsdelen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

persoonsvorm
lijdend voorwerp
resten


onderwerp
zinsdeelstrepen

naamwoordelijk deel
(kww)
Zinsdelen

Slide 1 - Diapositive

Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Koppelwerkwoord
Voorzetsel
Hulpwerkwoord

Zelfstandig werkwoord
Woordsoorten

Slide 2 - Diapositive

Grammatica is...
easy peasy. Ik heb wellicht een 'grammaticaknobbel'
mijn ergste nachtmerrie. Ik snap er niks van en doe er ook niet veel moeite voor.
een uitdaging. Ik vind het moeilijk, maar zet me er 100% voor in.

Slide 3 - Sondage

G
r
a
m
m
a
t
i
c
a

Slide 4 - Diapositive

Het belangrijkste werkwoord van de zin is een...?
A
ZWW of HWW
B
ZWW of KWW
C
HWW OF KWW

Slide 5 - Quiz

Er kan maar 1 HWW in de zin staan.
A
juist
B
fout

Slide 6 - Quiz

Een HWW en een ZWW kunnen NIET samen in de zin staan.
A
juist
B
fout

Slide 7 - Quiz

Een KWW en een ZWW kunnen NIET samen in de zin staan.
A
juist
B
fout

Slide 8 - Quiz

Een HWW en een KWW kunnen samen in de zin staan.
A
juist
B
fout

Slide 9 - Quiz

De werkwoorden van ZWaBBeLS HDV zijn ALTIJD een KWW in de zin.
A
Juist
B
Fout
C
Fout, er moet een eigenschap aan het onderwerp gekoppeld worden.

Slide 10 - Quiz

Stappenplan ontleden
resten
onderwerp
persoonsvorm
naamwoordelijk deel (kww)
lijdend voorwerp
        zinsdelen

Slide 11 - Question de remorquage

Even herhalen....





Ik ben gisteren ziek geworden. 

Slide 12 - Diapositive

Ik ben gisteren ziek geworden.
Welke werkwoorden staan in deze zin?

Slide 13 - Question ouverte

Ik ben gisteren ziek geworden.
Welk is het belangrijkste werkwoord?

Slide 14 - Question ouverte

Ik ben gisteren ziek geworden.
Staat het belangrijkste werkwoord in ZWaBBeLS HDV?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Ik ben gisteren ziek geworden.
Koppelt dit werkwoord een eigenschap aan het onderwerp?
A
Nee
B
Ja: gisteren
C
Ja: ziek

Slide 16 - Quiz

Ik ben gisteren ziek geworden.
Geworden is dus een....
A
HWW
B
KWW
C
ZWW

Slide 17 - Quiz

Nu doe je de verschillende stapjes zelf in je hoofd...

Slide 18 - Diapositive

Ik word bekeken
word = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 19 - Quiz

Hij is een schatje!
is = ...
A
koppelwerkwoord
B
hulpwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 20 - Quiz

Ik heb veel gefietst.
gefietst = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 21 - Quiz

Romy blijft vannacht logeren.
blijft = ...
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord

Slide 22 - Quiz

June was graag leerkracht geworden.
geworden = ...
A
koppelwerkwoord
B
hulpwerkwoord
C
zelfstandig werkwoord

Slide 23 - Quiz

De zanger heeft een prijs gewonnen.

een prijs = ...
A
naamwoordelijk deel (met kww)
B
lijdend voorwerp (met zww)

Slide 24 - Quiz

De eerste dag weer terug op school wordt een feestje.
Een feestje = ...
A
naamwoordelijk deel (met kww in de zin)
B
lijdend voorwerp (met zww in de zin)

Slide 25 - Quiz

Deze banaan is helemaal bruin geworden.
helemaal bruin = ...
A
naamwoordelijk deel (met kww in de zin)
B
lijdend voorwerp (met zww in de zin)

Slide 26 - Quiz

Hij heeft me het leukste cadeau ooit gegeven.
het leukste cadeau ooit = ...
A
naamwoordelijk deel (met kww in de zin)
B
lijdend voorwerp (met zww in de zin)

Slide 27 - Quiz

Ontleed de volgende zin redekundig:
De auto is heel gebleven.

Slide 28 - Question ouverte

Ontleed de volgende zin redekundig:
Ik blies het kaarsje uit.

Slide 29 - Question ouverte

Ontleed de volgende zin redekundig:
Hij lijkt een aardige man.

Slide 30 - Question ouverte

Na deze les...
... besef ik dat ik de leerstof nog niet voldoende beheers.
... snap ik het wel, maar ik moet nog wat extra oefenen.
... beheers ik de leerstof en heb geen extra oefening meer nodig.
... wil ik de docent om extra uitleg vragen.

Slide 31 - Sondage

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 32 - Question ouverte