Zijn en hebben
1 / 33
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wij ....
Slide 3 - Question ouverte
Ik ...
Slide 4 - Question ouverte
Jij ....
Slide 5 - Question ouverte
Zij (1 meisje) ...
Slide 6 - Question ouverte
Zij (een groep mensen) ...
Slide 7 - Question ouverte
Jullie ...
Slide 8 - Question ouverte
Tom en ik ... beste vrienden.
Slide 9 - Question ouverte
Ik ... heel erg moe vandaag.
Slide 10 - Question ouverte
Mama en ik ... deze morgen naar de winkel gegaan.
Slide 11 - Question ouverte
Wat ... jouw favoriete les?
Slide 12 - Question ouverte
De honden ... boos, omdat de man de man voor het raam wandelt.
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Wij ...
Slide 15 - Question ouverte
Suzie ...
Slide 16 - Question ouverte
Jullie ...
Slide 17 - Question ouverte
Ik ...
Slide 18 - Question ouverte
Jij ...
Slide 19 - Question ouverte
De jongens ...
Slide 20 - Question ouverte
Morgen ... we een toets voor Nederlands.
Slide 21 - Question ouverte
Jij ... veel geluk gehad vandaag!
Slide 22 - Question ouverte
Zij (een groep) ... pijn aan hun buik.
Slide 23 - Question ouverte
De kat ... een muis gegeten.
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Diapositive
Hij ... honger!
Slide 26 - Question ouverte
Jouw zus ... een mooie auto.
Slide 27 - Question ouverte
Ik ... ziek vandaag.
Slide 28 - Question ouverte
Mieke ... blij met haar cadeau.
Slide 29 - Question ouverte
De docenten ... twee dagen vrij.
Slide 30 - Question ouverte
De docenten ... twee dagen afwezig.
Slide 31 - Question ouverte
Ik kan 'zijn' vervoegen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 32 - Sondage
Ik kan 'hebben' vervoegen.
😒🙁😐🙂😃
