zinsdelen

Welkom!
Ga zitten op je plek
Startopdracht: lees uit je leesboek
Neem voor je: 
Je leesboek, Nieuw Nederlands boek en je laptop
timer
10:00
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Ga zitten op je plek
Startopdracht: lees uit je leesboek
Neem voor je: 
Je leesboek, Nieuw Nederlands boek en je laptop
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag? 
1. Mededelingen
2. Vorige les bespreken
3. Lesdoelen
4. Werkwoordelijk gezegde
5. Aan de slag
6. Huiswerk en evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Mededelingen
Zijn er dingen die ik moet weten?

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk bespreken
Wat is een voegwoord? 
Wat is een samengestelde zin?

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
1. Ik weet wat de persoonsvorm is en hoe ik deze kan vinden
2. Ik weet wat het onderwerp is en hoe ik deze kan vinden
3. Ik weet wat het werkwoordelijk gezegde is en hoe ik deze kan vinden
4. Ik ben er mee aan de slag gegaan, ook in Numo

Slide 5 - Diapositive

Zinsdelen
Delen van een zin die bij elkaar horen, de woordgroepen blijven bij elkaar staan als je de volgorde veranderd.

Slide 6 - Diapositive

De persoonsvorm (PV)
De persoonsvorm is een werkwoord. (Wat iemand doet of overkomt)
Hoe herken je deze?
1. Maak van de zin een vraag.
2. Zet de zin in een andere tijd.
3. Zet de zin in het enkel- of meervoud.

Slide 7 - Diapositive

Het onderwerp (ow)
  • De persoon, het dier of een ding die iets doet.
  • Het onderwerp kan uit meerdere woorden bestaan.
  • Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar. (Als de persoonsvorm enkelvoud is, moet het onderwerp ook enkelvoud zijn en bij meervoud hetzelfde)

Slide 8 - Diapositive

Zinnen oefenen: pv en ow
Vanochtend is de oude vrouw naar de bakker geweest. 
In het oude huis wordt de keuken gesloopt.
Mijn oma bakt de lekkerste appeltaarten.
Langs de bosrand wordt een fietspad aangelegd. 

Slide 9 - Diapositive

Vanochtend is de oude vrouw naar de bakker geweest.
In het oude huis wordt de keuken gesloopt.
Mijn oma bakt de lekkerste appeltaarten.
Langs de bosrand wordt een fietspad aangelegd. 

Slide 10 - Diapositive

Het werkwoordelijk gezegde (wg)

Alle werkwoorden samen vormen het werkwoordelijk gezegde. 
Het werkwoordelijk gezegde zegt wat er in de zin 'gebeurt'. 

(werkwoorden zeggen iets over wat iemand doet of overkomt)

Slide 11 - Diapositive

Het hotel in Haarlem is tegengevallen. 

Wat gebeurt er in de zin? 

is tegengevallen

Slide 12 - Diapositive

Worden de dieren in het asiel goed verzorgd? 

Wat gebeurt er in de zin? 

worden verzorgd

Slide 13 - Diapositive

Mijn buurman heeft de opleiding voor piloot afgerond?

Wat gebeurt er in de zin? 

heeft afgerond

Slide 14 - Diapositive

Noteer de pv, het ow en het wg
1. Zouden zij de boeken hebben gelezen? 
2. Onze kat is vannacht weggelopen. 
3. Morgen gaan wij wandelen op de Veluwe. 
4. De kunstenaar heeft een portret getekend. 
5. Leon is een tuinhuis aan het timmeren. 
timer
5:00

Slide 15 - Diapositive

1. Zouden zij de boeken hebben gelezen?
PV = zouden
OW = zij
WG = zouden hebben gelezen

Slide 16 - Diapositive

2. Onze kat is vannacht weggelopen.
PV = is
OW = onze kat
WG = is weggelopen

Slide 17 - Diapositive

3. Morgen gaan wij wandelen op de Veluwe.
PV = gaan 
OW = wij
WG = gaan wandelen

Slide 18 - Diapositive

4. De kunstenaar heeft een portret getekend.
PV = heeft
OW = de kunstenaar
WG = heeft getekend

Slide 19 - Diapositive

5. Leon is een tuinhuis aan het timmeren. 
PV = is
OW = Leon
WG = is aan het timmeren

Slide 20 - Diapositive

Zinsdelen
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde

Slide 21 - Diapositive

Stil werken
Maak: 
Opdracht 1, 2 en 3 
van blz. 204
Online: Grammatica: werkwoordelijk gezegde
timer
10:00

Slide 22 - Diapositive

Stil werken aan NUMO
Grammatica
timer
15:00

Slide 23 - Diapositive

Lesdoelen
1. Ik weet wat de persoonsvorm is en hoe ik deze kan vinden
2. Ik weet wat het onderwerp is en hoe ik deze kan vinden
3. Ik weet wat het werkwoordelijk gezegde is en hoe ik deze kan vinden
4. Ik ben er mee aan de slag gegaan, ook in Numo

Slide 24 - Diapositive

Huiswerk
Opdracht 1, 2 en 3 van blz. 204

Slide 25 - Diapositive

Evaluatie
Wat ging er goed deze les? 
Wat kan er de volgende keer beter? 
Wat heb ik geleerd? 

Slide 26 - Diapositive