Formuleren: verbanden tussen zinnen aanbrengen

Formuleren
Verbanden tussen zinnen
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Formuleren
Verbanden tussen zinnen

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je al?

Slide 2 - Diapositive

Ik kleedde me dik aan, omdat het zo koud was.

Signaalwoord =

Slide 3 - Question ouverte

Het zonnetje scheen, maar het was nog steeds koud.
Signaalwoord =

Slide 4 - Question ouverte

Eerst ging ik naar school en daarna ging ik naar de hockeytraining
Signaalwoord =

Slide 5 - Question ouverte

Verbanden tussen zinnen
Zinnen in een tekst zijn met elkaar verbonden door middel van een verband. Een tekst wordt duidelijker als de schrijver de verbanden duidelijk aangeeft.
Verbanden zijn met elkaar verbonden door signaalwoorden.

Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt, omdat ik het te druk had met leren.

Slide 6 - Diapositive

Verbanden tussen zinnen
Er zijn bepaalde signaalwoorden die altijd bij een bepaald verband horen - 
opsomming: ook, bovendien, en
tegenstelling: maar, echter
tijd: eerst, toen, eens, vroeger, nu
oorzaak-gevolg: daardoor, doordat, als gevolg van
reden: omdat, want, namelijk
toelichting: bijvoorbeeld, zoals
conclusie/samenvatting: dus, samengevat, daarom
voorwaarde: als( ..dan), indien, tenzij, wanneer

Slide 7 - Diapositive

Signaalwoord?
Ik wil graag Netflix kijken, maar ik ben nog niet klaar met leren.

Slide 8 - Question ouverte

Verband?
Ik wil graag Netflix kijken, maar ik ben nog niet klaar met leren.

Slide 9 - Question ouverte

Signaalwoord?
Ik kijk graag spannende series, zoals The 100.

Slide 10 - Question ouverte

Verband?
Ik kijk graag spannende series, zoals The 100.

Slide 11 - Question ouverte