Present perfect & past simple juiste versie

Present perfect & past simple

Theme 3
Stepping Stones


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Present perfect & past simple

Theme 3
Stepping Stones


Slide 1 - Diapositive

Goals
- Na deze les weet je het verschil tussen de present perfect & de past simple
- Weet je wanneer je de present perfect of de past simple moet gebruiken

Slide 2 - Diapositive

Let's get started
Write down:
- Wat heb je afgelopen weekend gedaan? (3 zinnen)
- Vertel hoe lang je al woont waar je nu woont (1 zin)

Slide 3 - Diapositive

Present perfect & past simple
Wat is het verschil tussen de zinnen die je net hebt opgeschreven?

Slide 4 - Diapositive

Hoe vorm je de present perfect?

Slide 5 - Question ouverte

Present perfect
have/has + voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord:
1. regelmatig werkwoord + ed > I have worked
2. onregelmatig werkwoord 3e vorm > to go - went - gone
> I have gone
Study irr. verbs in your book!

Slide 6 - Diapositive

Present perfect

Voorbeelden:
I have worked since 3 am.
She has been to London twice.
We have walked for 2 hours now.

Deze zinnen bevatten altijd een vorm van hebben + het tweede werkwoord is een voltooid deelwoord.

Slide 7 - Diapositive

Present perfect
Gebruik present perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. praten over ervaringen.
3. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.

Slide 8 - Diapositive

Past simple

Slide 9 - Diapositive

Hoe vorm je de past simple?

Slide 10 - Question ouverte

Past simple
De past simple bestaat uit 1 werkwoord. Dit ww zet je in de verleden tijd.

2 manieren:
1. werkwoord + ed > worked
2. 2e vorm van het onregelmatig werkwoord > 
to go - went - gone

Slide 11 - Diapositive

Past simple

Wanneer gebruik je de past simple?
- iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen.


Je kan de past simple herkennen aan woorden als:
last year, yesterday, in 2010.
Dit zijn tijdsbepalingen.

Slide 12 - Diapositive

Verschil present perfect en past simple


Wat is het verschil?
Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het heden.

Slide 13 - Diapositive

Verschil present perfect en past simple


Verklikwoorden:

Present perfect: already, for, since, how long.
Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.

Slide 14 - Diapositive

I have been in Nottingham for a week.
present perfect / past simple?

Slide 15 - Question ouverte

It was on offer last week.
present perfect/ past simple?

Slide 16 - Question ouverte

Present perfect of past simple?
Volg deze stappen
1. Is het op dit moment aan de gang?
ja: present perfect - nee: ga naar vraag 2
2. Gaat het over ervaringen tot nu toe?
ja: present perfect - nee: ga naar vraag 3.
3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar?
ja: present perfect - nee: past simple.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Present perfect & past simple

Theme 3
Stepping Stones


Slide 19 - Diapositive