Luisteren en kijken H1 1.1

1   LUISTEREN & KIJKEN
         1   LUISTEREN & KIJKEN

- 1.1  Gericht luisteren en kijken

- 1.2 Functie van beeld
- 1.3 Aantekeningen maken

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

1   LUISTEREN & KIJKEN
         1   LUISTEREN & KIJKEN

- 1.1  Gericht luisteren en kijken

- 1.2 Functie van beeld
- 1.3 Aantekeningen maken

Slide 1 - Diapositive

1.1 Gericht luisteren en kijken
Geen aandacht bij radio of tv? Dan vergeet je vaak wat er is gezegd.

Als je echt bepaalde informatie wilt, dan zal je gerichter moeten kijken en luisteren.


Slide 2 - Diapositive

blz. 201

Slide 3 - Diapositive




Hij heeft een slecht rapport



Hij blijft zitten

Slide 4 - Diapositive




Hij heeft een slecht rapport

Oorzaak



Hij blijft zitten

Gevolg

Slide 5 - Diapositive

Hij heeft een slecht rapport daarom blijft hij zitten.

Verband: oorzaak-gevolg

Slide 6 - Diapositive

Vandaag is het mooi weer, maar gisteren regende het.

Verband: tegenstelling

Slide 7 - Diapositive



Vandaag is het mooi weer.

Welk signaalwoord kun je toevoegen?


Gisteren regende het.

Slide 8 - Diapositive

In de kas hebben we konijnen, cavia's en vogels.
Wat is het signaalwoord?
Welk tekstverband?

Slide 9 - Diapositive

Als je lief bent, krijg je een snoepje
Wat is het signaalwoord?
Welk tekstverband?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Kies het juiste antwoord
In welke situatie luister je gericht?
A
Je luistert naar een live-verslag van het festival Lowlands.
B
Je luistert tijdens de afwas naar een nieuwsprogramma met korte onderwerpen.
C
Je voicemail is ingesproken door een winkel. Het gaat over een bestelling.

Slide 13 - Quiz

Op het vliegveld hoor je dat jouw vliegtuig vanaf een andere gate vertrekt. Op welke informatie ga je in die situatie extra goed letten?

A
op de reden van de gate-wijziging
B
op de vertrektijd van het vliegtuig
C
op het nummer van de andere gate

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

5

Slide 18 - Vidéo

01:00
Wat zijn de gevolgen als je vermoeid achter het stuur zit?
A
slecht koers houden
B
voorganger die plotseling remt.
C
je reageert minder alert op informatie uit je omgeving.
D
Je schrikt als een voetganger oversteekt.

Slide 19 - Quiz

01:13
Wat wordt bedoeld met torso?

Slide 20 - Question ouverte

02:21
De instructeur zegt 'als het fout gaat dan grijp ik in maar ik probeer zo min mogelijk te zeggen.

Welk signaalwoord gebruikt hij om een tegenstelling aan te geven?
A
als
B
zo min mogelijk
C
zegt
D
maar

Slide 21 - Quiz

03:37
De instructeur zegt na een ingreep: 'Dan had de cameraman leuker materiaal gehad'.
Wat bedoelt hij daarmee?
A
Dat de cameraman meer zijn best had moeten doen.
B
Als de bestuurder tegen een lantaarnpaal was gereden, dan had de cameraman grappige beelden gemaakt.

Slide 22 - Quiz

04:16
Hoe is de toon van de interviewer tijdens het geven van deze tips?

A
enthousiast
B
neutraal
C
streng

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

Hoeveel passes heb je geteld?

Slide 25 - Question ouverte

Ik heb de gorilla gezien....
Ja
Nee
Waar gaat dit over???

Slide 26 - Sondage

Slide 27 - Vidéo

1.1 Gericht luisteren en kijken
Luisteren doe je de hele dag - op verschillende manieren

1) Soms luister en kijk je zonder echt te weten waar het over gaat
2) Soms luister en kijk je gericht waarbij je wacht op bepaalde informatie
3) Slechts een heel klein deel doe je aan: gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 28 - Diapositive

1.1 Gericht luisteren en kijken
Belangrijk om te weten!

  1. Bedenk van tevoren wat je wilt weten.
  2. Let altijd extra goed op het begin. Vaak hoor je dan waar de spreker het over gaat hebben en welke deelonderwerpen achtereenvolgens aan bod komen.
  3. Let tijdens het luisteren op signaalwoorden. Deze woorden wijzen op belangrijke relaties in de (luister)tekst.
  4. Let ook goed op het beeld bij programma’s van tv of internet. Beelden kunnen verduidelijken en geven extra informatie.



Slide 29 - Diapositive

Quiz
Jullie gaan zo een quiz maken. Geef antwoord met je telefoon.
Bepaal bij elke vraag op welke manier je kijkt of luistert.
SUCCES!

Slide 30 - Diapositive

Je wacht op het perron op je trein er wordt een wijziging omgeroepen
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 31 - Quiz

Je krijgt instructie over de ontruiming van het gebouw
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 32 - Quiz

Je kijkt naar het journaal terwijl je de afwas doet
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 33 - Quiz

Je luistert naar het weerbericht voor Europa en je wilt weten wat voor weer het in Portugal wordt
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 34 - Quiz

Tijdens het maken van je huiswerk staat de televisie aan
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 35 - Quiz

De docent leest de data voor waarop jullie projectgroepen moeten presenteren
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 36 - Quiz

Tijdens de ehbo-cursus wordt uitgelegd hoe je moet reanimeren
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 37 - Quiz

DOEL VAN DE LES  '1.2 functie van beeld'

Je haalt informatie uit het beeld bij de tekst en kunt de functie(s) ervan benoemen.

Slide 38 - Diapositive