Project ICT - les 4 - Jouw rol

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Project ICT 

Les 4. Jouw rol

Hoe gaat het met je?

Klaar? Pak je telefoongebruik erbij.

Terug naar je telefoongebruik... Bekijk het van de afgelopen 2 weken.
1. Hoeveel uur heb je ongeveer per dag besteed aan jouw telefoon?
2. Hoe vaak heb je je telefoon gemiddeld per dag opgepakt?
3. Op welke dag heb je je telefoon het meest gebruikt?

Mijn telefoongebruik vind ik

Prima zo

Teveel

Anders

Lessenserie

1. 'Echt nep' les 1: Nepnieuws deel 1

2. 'Echt nep' les 2: Nepnieuws deel 2

3. 'Echt nep' les 3:  wat is waar?

4. Echt nep les 4: jouw rol

5. ICT en de praktijk

6. ICT en de praktijk

7/8. Afsluiting

Programma vandaag

• Start
• Les 4: Jouw rol (les 3 v/h boekje)
• Vast huiswerkopdracht uitleggen
• Afronding

Benodigdheden

• Werkboekje 'Echt nep' (les 1 - 3)
  

Doelen

Aan het eind van de les:                

• Heb je het verschil tussen vrijheid van meningsuiting en haatzaaien onderzocht;
• Begrijp je waarom het gedrag van mensen online en offline erg verschillend kan zijn;
• Ben je je bewust van je eigen online gedrag.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                             

Fact checken

Steek je hand op bij ja!

• Kan het nepnieuws zijn?
  
• Is er in dit bericht sprake van 

       wij-zij-denken?

• Is het een haatbericht?

oorspronkelijke bericht: https://www.dailymail.co.uk/news/article-3332306/Teenage-gang-fed-Chunky-chihuahua-drugs-set-fire-broke-neck-dumping-tip-SURVIVED.html

Ik weet zeker dat ik geen nepnieuws deel

Eens

Oneens

Als ik een verhaal met anderen wil delen dan controleer ik eerst of het echt klopt

Eens

Oneens

Ik check altijd de bron van een bericht, voordat ik het deel

Eens

Oneens

Ik wijs anderen er op als zij nepnieuws delen

Eens

Oneens

Delen door velen

• Op sociale media worden vaker berichten gedeeld die niet waar zijn.
• Niet iedereen checkt een bericht meteen.
• Facebook zelf probeert nepnieuws te bestrijden. Je gaat dit onderzoeken.
  
• Lees blz 19 en maak opdracht 1. 

• ganaar.link/p63
• ganaar.link/p64

Klaar? 

-> lees blz 21.

Vind je het belangrijk dat Facebook en/of andere kanalen dit onder de aandacht van gebruikers brengen?
Leg uit.

Wat mag je wel en niet zeggen?

• Bekijk hier het filmpje (https://www.npostart.nl/de-kleine-lettertjes/24-06-2017/KN_1690511)
  

• Bekijk het fragment tussen 19.47 en 20.58 min.
  

Wat vind jij wel of niet acceptabel?

Teringlijer zeggen tegen een agent

Pannenkoek zeggen tegen een agent

Beide

Beide niet acceptabel

Haatzaaien

''Met haatzaaien bedoelen we uitingen die personen of groepen aanvallen vanwege bijvoorbeeld hun ras, religie, seksuele voorkeur of handicaps. Hatelijke content zorgt voor meer tegenstellingen in de maatschappij en zet personen aan tot discriminatie, haat of geweld''

Geef op 1 v/d vragen antwoord. Zet nummer erbij.

1. Hoe komt haatzaaien voor denk je? En hoe vaak?
2. Wat voor groepen kunnen het doelwit worden van haatzaaien?
3. Wat zou de schade/het gevaar zijn van haatzaaien? Kun je een voorbeeld bedenken?
4. Heb je zelf wel eens te maken gehad met haatspraak of haatzaaien?

Vrijheid van meningsuitging

Vrijheid van meningsuiting is vastgelegd in artikel 7 van de grondwet van Nederland.
De vrijheid heeft grenzen:
Je mag niet aanzetten tot geweld of haat, je mag geen geweld gebruiken en je mag niet discrimineren.

Mening of haat

In Nederland kom je niet zomaar in de gevangenis als je je mening geeft, maar aan vrijheid van meningsuiting zit een grens… Je mag geen geweld gebruiken of aanzetten tot geweld of haat en niet discrimineren.

 

Wat is nu vrijheid van meningsuiting? En wat is nu haatzaaien? En hoe reageer je daar op?

Straks maak je opdr 2. 

Online versus offline

Zie - blz 24 

Hoe bedoel je?

• Wat je schrijft kan gevolgen hebben voor de ander.
• Soms komt de boodschap anders over dan jij bedoelt. 
• Wat doet het met de ander?
• Wat je online schrijft, zou je dat ook in iemands gezicht zeggen?

Opdracht 2, 3 en 4 

• Break-out rooms: ga uiteen
• Maak opdracht 2 t/m 4

*Opdr. 3: 2e vraag aanpassen. 

Wat zou jij hier tegen kunnen doen?

• Vergelijk jullie antwoorden (opdracht 2)
• Wat zijn de verschillen tussen hoe jullie reageren online (opdracht 3)?

• Waarom gedragen mensen zich online anders?

Reageren op haatberichten

1. Met de maker/reageerder in discussie gaan, bijvoorbeeld in de comments. Geef argumenten met feiten en geef je mening zonder scheldwoorden. 
   
2. Rapporteren bij het platform.
   
3. Aangifte doen. 
   

1. Ben je anders gaan denken over wat je online deelt?
2. Ga je dingen anders doen?
3. Wat neem je mee uit de lessen?
4. Wat wil je graag leren over ict/mediagebruik op school/opvang?

Huiswerkopdracht: interview

Je mag kiezen:

1. Interview met stagebegeleider
2. Interview met een kind (indien mogelijk ;))
3. Interview met een ouder/verzorger v/e kind stage

• Bedenk 5 vragen waar je antwoord op wilt krijgen
• 1 extra verplichte vraag: Welke app.software vind jij verrijkend voor kinderen en waarom?
• Opdracht in Teams: vragen + antwoorden

Thema's waar je naar kunt vragen: privacy, communicatie met kinderen/ouders, mediawijsheid, gebruik ICT op school/opvang, afspraken online gedrag op school en/of thuis, online pesten

Afronding

Huiswerk:

• boekje afmaken
• Interviewvragen bedenken (en evt. al afnemen)

Volgende week:

• Les 5: ICT en de praktijk

Eindopdracht

Maak in groepjes van 2 (max 3) een poster in Canva. 

In week 7 krijg je hier in de les deels de tijd voor. 

In week 8 pitch je de poster in 1 minuut.

Keuze uit:

• Een handleiding/poster maken van een waardevolle/leerzame app. Hoe kun je dit inzetten op school en/of de kinderopvang?
• Een advies- of praatposter voor ouders/kinderen/pedagogisch werkers/leerkrachten/onderwijsassistenten over omgang met ICT/ mediagebruik en/of digitaal pesten.

Hier moet het aan voldoen:

• Poster van 1A4 gevuld met afbeeldingen en tekst (tips of gebruikswijze). Gebruik de antwoorden van het interview.
• Ziet er aantrekkelijk uit. De poster kan zo opgehangen worden op school/opvang.
• Poster levert iedereen in voor de laatste les (week 8) in Teams
• Pitch je poster binnen 1 minuut (spreek af wie wat vertelt en het scherm deelt)