V4 - TH4: BS3 Eukaryoten

Thema 4
BS3
Eukaryoten
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 4
BS3
Eukaryoten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen BS3
Na deze BS kun je:
  • de kun je kenmerken van eukaryoten noemen. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen BS3
schimmels
gisten 
schimmeldraden (hyfen) sporen 
paddestoelen
planten
sporenplanten
vaatplanten
dieren
sponzen 
eencelligen
holtedieren
platwormen
rondwormen
ringwormen 
weekdieren 
geleedpotigen
stekelhuidigen 
gewervelden

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eukaryoten
celkern met DNA

Vaak:
  • meercellig
  • weefsels + organen

schimmels; planten; dieren

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels
heterotroof: geen chlorofyl

eencellige schimmels: gist
meercellige: schimmeldraden (hyfen)
--> vormen een mycelium netwerk


functie: afbraak van organische stoffen


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schimmels
Hyfen = schimmeldraden 
Mycelium = netwerk van hyfen 

Chitine = suikermolecule die de 
celwand van schimmels opbouwt

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van een paddenstoel?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom helpen antibiotica niet voor virussen?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Betekenis van schimmels voor de mens
1. Veroorzaken ziektes (zwemmerseczeem, vaginale schimmelinfecties,..)
2. Voeding: gist in brood, bierproductie, kaas, sojasaus,.. 
3. Antibioticum: schimmels produceren bacteriedodende stoffen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorplanting bij schimmels
Eencellig: ongeslachtelijk via knopvorming
Meercellig: ongeslachtelijk of geslachtelijk via spoorvorming

Slide 10 - Diapositive

Knopvorming: uitstulping ontstaat, laat los van moedercel en vormt nieuwe cel
Schimmels

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voortplanting bij meercellige schimmels
  • Enkelvoudige schimmels: sporen ontkiemen in de grond tot nieuwe schimmel
  • Meervoudige schimmels: 
  1. hyfen van 2 mycelia bij elkaar
  2. hyfen met 2 kernen
  3. hyfen vormen voortplantingsorgaan: de paddenstoel
  4. bevruchting: cellen met 2 kernen versmelten (diploide cellen)
  5. meiose: haploide sporen

Slide 12 - Diapositive

Knopvorming: uitstulping ontstaat, laat los van moedercel en vormt nieuwe cel
Planten
celwanden; cellulose
autotroof: chloroplasten

sporenplanten: voortplanting via sporen 
= wieren; mossen; paardentaart; varens
vaatplanten: transportvaten 
= paardenstaart; varens; zaadplanten

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planten classificatie
Zaadplanten zijn te herkennen aan bloemknoppen, bloemen of zaaddragende vruchten. Wieren en sporenplanten hebben geen bloemen of vruchten.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling van het plantenrijk
1. Wieren (algen)
2. Mossen 
3. Paardenstaarten 
4. Varens 
5. Zaadplanten: zaaktzadigen/bedektzadigen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

stam
rijk

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie kent het ezelsbruggetje om de den, spar en larix uit elkaar te houden?
- geeft aan hoe de naalden op de tak staan

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ezelsbruggetje
Single=spar, dubbel=den, legio=lariks

Kijk naar de naalden. Als er een losse naald uitgroeit, heb je te maken met een Spar (een = single), groeien er twee naalden uit dezelfde holte is het een Den (twee = dubbel), en groeit er een bosje naalden uit is het een Lariks (veel = Legio).

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

spar = solo;              den = duo;            lariks = legio

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dieren
geen celwanden!
heterotroof: geen chlorofyl
bijna allemaal diploid
criteria indeling dierenrijk:
  • eencellig of meercellig
  • symmetrie
  • skelet soort
  • genetische overeenkomsten

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling van het dierenrijk
1.  Eencelligen.                       6. Ringwormen
2. Sponzen                              7. Weekdieren
3. Holtedieren                        8. Geleedpotigen
4. Platwormen                       9. Stekelhuidigen
5. Rondwormen                    10. Gewervelden


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eencelligen eukaryoten
celkenmerken van dieren
trilhaardiertjes:
  • pantoffeldiertje en amoebe
  • geen celwand,
  • geen fotosynthese
eten bijvoorbeeld: bacteriën 
trilhaardiertjes (cilia)


Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geleedpotigen
>1 miljoen soorten in het dierenrijk, o.a. insecten
  • uitwendig skelet -> chitine groei alleen mogelijk tijdens vervellingen
  • metamorfoses -> gedaanteverwisseling van 
                                      larve  -> pop -> imago (volwassen insect)
  • eitjes worden gelegd na paring en begint cyclus opnieuw

bv: Spinnen, insecten, krabben en kreeften 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geleedpotigen

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

misconcepten.... 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk bij BS3

opdrachten 39 t/m 48



Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions