Spreekwoorden

Spreekwoorden
en 
uitdrukkingen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Spreekwoorden
en 
uitdrukkingen

Slide 1 - Diapositive

Welke spreekwoorden ken je?

Slide 2 - Carte mentale

Gezegden, spreekwoorden en uitdrukkingen
Spreekwoord: korte en krachtige vaste uitdrukking met een algemene waarheid of wijsheid
Voorbeeld: `
Een bekend spreekwoord is 'de laatste loodjes wegen het zwaarst' en dat betekent dat het laatste gedeelte van iets het moeilijkst is.`

Gezegde: vaste reeks woorden met een vaste betekenis
Voorbeeld: `Een voorbeeld van een gezegde is 'met hart en ziel'.`

Uitdrukking: combinatie van woorden die samen een eigen, soms figuurlijke, betekenis hebben
Voorbeeld: `'Je laatste adem uitblazen' is een uitdrukking die in veel talen wordt gebruikt in de betekenis van 'sterven'.`






Slide 3 - Diapositive


Wat zou dit spreekwoord betekenen?

Honger is een scherp zwaard.

timer
1:00

Slide 4 - Question ouverte


Wat zou dit spreekwoord betekenen?

Ieder huisje heeft zijn kruisje.

timer
1:00

Slide 5 - Question ouverte

Wat zou dit spreekwoord betekenen?

Hoge bomen vangen veel wind.
timer
1:00

Slide 6 - Question ouverte

Wat zou dit spreekwoord betekenen?

Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
timer
1:00

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Vidéo

Schrijf twee of drie spreekwoorden/ uitdrukkingen op met dieren.
timer
1:00

Slide 9 - Question ouverte

Maak de volgende zin af:

Iemand een veer in de.....
timer
1:00

Slide 10 - Question ouverte

Veel gemaakte fouten
1. 'Het escaleert echt volledig uit de hand'
Wanneer iets compleet misgaat dan escaleert het óf loopt het uit de hand.
2. 'De aandeelhouder wint'
Nee, de aandeelhouder wint niet, maar de aanhouder wint.
3. 'Wat een saaie bedoeling'
Ook dit is niet juist, het is saaie bedoening. Bedoeling houdt in: ‘doel’ of ‘intentie’, bedoening betekent ‘toestand’ of ‘gang van zaken’.
4. 'Ik irriteer me hier écht aan'
Waar wij ons dus enorm irriteren... No, wrong! Je kunt je niet ergens aan irriteren, je ergert je aan iets of het irriteert je.
5. 'Bijgesloten vindt u mijn cv'
Oeps, heb jij dit ook weleens verstuurd tijdens het solliciteren? Doe maar niet... Het woord ‘bijgesloten’ is namelijk een contaminatie van ´bijgevoegd’ en ‘ingesloten’.
6. 'Een routebeschrijving is bij deze brief bijgevoegd'
Nee, een routebeschrijving is bij deze brief gevoegd of een routebeschrijving is bijgevoegd, niet bij deze brief bijgevoegd.





Slide 11 - Diapositive

Veel gemaakte fouten
7. 'Zij maakt onderdeel uit van…'
Nog een fout die heel vaak gemaakt wordt... Je bent onderdeel van iets of je maakt deel uit van iets.
8. 'Zij weegt véél te zwaar'
Hij weegt veel’ óf ‘hij is zwaar’
9. 'Ik moet nog even mijn verslag uitprinten'
Oeps, zeg jij dit ook altijd op school of op de werkvloer? Dit woord is dus ontstaan uit een samentrekking van 'uitdraaien' en 'printen', uitprinten is dus eigenlijk fout.
10. 'Mond-op-mond-reclame werkt voor mijn bedrijf erg goed'
Het schijnt dat deze vreemde term tegenwoordig ook is goedgekeurd, maar het is dus eigenlijk mond-tot-mond-reclame.
11. Het ging fout, dus het moet overnieuw'
Ai, nog zo'n fout die we dagelijks horen. Je doet iets opnieuw of je gaat overdoen.
12. 'Ik ga de mascara gelijk uittesten'
Nee, je gaat de mascara testen of uitproberen.








Slide 12 - Diapositive

Afronding
Online opdrachten via Studiemeter.nl

Nog vragen/opmerkingen? Blijf dan hangen.

Slide 13 - Diapositive