congrueren voor gevorderden

Vul bij de volgende zelfstandig naamwoorden de congruerende vorm van bonus in. 

Bij de eerste opdrachten kun je kiezen uit vier vormen, daarna moet je zelf bedenken welke vorm van bonus past.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Vul bij de volgende zelfstandig naamwoorden de congruerende vorm van bonus in. 

Bij de eerste opdrachten kun je kiezen uit vier vormen, daarna moet je zelf bedenken welke vorm van bonus past.

Slide 1 - Diapositive

casam
A
bona
B
bonam
C
bonus
D
bonum

Slide 2 - Quiz

fluminis
A
bonis
B
bonos
C
boni
D
bono

Slide 3 - Quiz

auxilio
A
bona
B
bonos
C
bonas
D
bono

Slide 4 - Quiz

corpus
A
bona
B
bonus
C
bonum
D
boni

Slide 5 - Quiz

patribus
A
bonas
B
bonis
C
bonos
D
bonus

Slide 6 - Quiz

servi
A
bona
B
boni
C
bono
D
bonus

Slide 7 - Quiz

voce
A
bona
B
boni
C
bono
D
bonus

Slide 8 - Quiz

puero
A
bona
B
boni
C
bono
D
bonus

Slide 9 - Quiz

fratris
A
bona
B
boni
C
bono
D
bonus

Slide 10 - Quiz

pastores
A
bonae
B
boni
C
bonos
D
boni en bonos

Slide 11 - Quiz

pastorem

Slide 12 - Question ouverte

regni

Slide 13 - Question ouverte

Martis

Slide 14 - Question ouverte

deae

Slide 15 - Question ouverte

sidera

Slide 16 - Question ouverte

doloribus

Slide 17 - Question ouverte

luce

Slide 18 - Question ouverte

caelo

Slide 19 - Question ouverte

sedem

Slide 20 - Question ouverte

iras

Slide 21 - Question ouverte

postestati

Slide 22 - Question ouverte