BKT 1 C5 par 1: Werkwoord

timer
4:00
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

timer
4:00

Slide 1 - Diapositive

Meervouden, d of t
verkleinwoorden

Slide 2 - Carte mentale

Wat kun je vertellen over een werkwoord? Wat is dat? Hoe vind ik dat?

Slide 3 - Question ouverte

Instructie: Werkwoord
De artiesten hebben een luid applaus gekregen.

2 werkwoorden
ww
Woordsoort
Altijd 1! Soms meer.

Slide 4 - Diapositive

Werkwoord

Iets wat iets of iemand doet of iets wat iets of iemand overkomt.
Soms een onduidelijke betekenis.

fietsen, lopen, slapen, zitten


hebben, kunnen, moeten, mogen, worden, zijn, zullen.

Slide 5 - Diapositive

Werkwoord vinden
Doe de test!
Ik...
Jij...
Wij...
Ik vind
Jij vindt
Wij vinden
JA! Werkwoord.

Ik schilderij
jij schilderijt
Wij schilderijen
NEE! Geen werkwoord.

Slide 6 - Diapositive

Kan van vorm veranderen
Krijgen:
krijg, krijgt, krijgen, kreeg, kregen, gekregen

Slide 7 - Diapositive

Is dit een werkwoord?
worden

Slide 8 - Question ouverte

Welk woord is geen werkwoord?
A
zijn
B
willen
C
mooi
D
zitten

Slide 9 - Quiz

Schrijf 5 werkwoorden op.

Slide 10 - Question ouverte

Wat is geen werkwoord?
A
fietspad
B
fietst
C
gefietst
D
fietsen

Slide 11 - Quiz

Ik gooide mijn boeken in mijn tas.
Wat is het werkwoord in deze zin?

Slide 12 - Question ouverte

Het werkwoord "zijn".
Vul in: Ik... Jij... Wij...

Slide 13 - Question ouverte

Natalie schrijft iets op het whiteboard. Wat doet Natalie? Zij...

Slide 14 - Question ouverte

Aan de slag

Blz 198-199
Of:
Cursus 5, paragraaf 1
Werkwoord

Opdracht 1 t/m 9.
Je werkt ook zachtjes samen.
Spiekbrief

Werkwoord: Iets wat je kunt doen of wat je overkomt. Twijfel? 
Vul in:
Ik...
Jij...
Wij...
timer
30:00

Slide 15 - Diapositive

Wat is geen werkwoord?
A
Zonnen
B
Liggen
C
Willen
D
Handen

Slide 16 - Quiz

Wij hebben deze les lekker gewerkt. Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

Slide 17 - Question ouverte