opp parallellogram
Huiswerk opgave 5, driehoek 6
Opp = x x =
0,5
1
1,5
2
3
4
4 cm²
3 cm²
6 cm²
1 / 28
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Huiswerk opgave 5, driehoek 6
Opp = x x =
0,5
1
1,5
2
3
4
4 cm²
3 cm²
6 cm²
Slide 1 - Question de remorquage
Huiswerk opgave 5, driehoek 3
Opp = x x =
3
0,5
1
1,5
2
3
4
4,5 cm²
3 cm²
9 cm²
Slide 2 - Question de remorquage
Huiswerk opgave 10
Opp = x x =
0,5
14
22
35
245
154
385
mm²
cm²
Slide 3 - Question de remorquage
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
maak een foto van je uitwerking
Slide 9 - Question ouverte
Welke zijde hoort bij welke hoogte?
Zijde hoort bij hoogte KP
Zijde hoort bij hoogte KQ
NP
MP
MN
KN
KL
LM
LQ
MQ
Slide 10 - Question de remorquage
Welke hoogte moet je gebruiken om de opp uit te rekenen?
A
KP
B
KQ
C
kan allebei
D
kan geen van tweeën
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Opgave 13a
bij TU hoort zijde ..
bij TU hoort zijde ..
A
PS
B
RS
Slide 15 - Quiz
Opgave 13b
Opp PQRS =
Opp PQRS =
A
42 x 24 = 1008 mm²
B
0,5 x 42 x 24 = 504 mm²
Slide 16 - Quiz
Opgave 13c
Omtrek PQRS =
Omtrek PQRS =
A
42 + 30 = 72 mm
B
42 + 24 + 30 = 102 mm
C
42+30+42+30= 144 mm
D
2 x( 42 + 30 ) = 144 mm
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Opp PQRS =
A
2,4 x 3 = 7,2 cm²
B
2,4 x 4 = 9,6 cm²
C
3 x 4 = 12 cm²
Slide 23 - Quiz
Opp = 9,6 cm²
hoogte ST =
hoogte ST =
A
9,6 : 2,4 = 4 cm
B
9,6 : 3 = 3,2 cm
C
9,6 : 4 = 2,4 cm
Slide 24 - Quiz
Welke berekening hoort erbij?
Opp = 0,5 x 10 x 6
Opp = 5 x 6
Opp = 10 x 6
Opp = 10 x 7
