Meervoud en verkleinwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Meervouden

 en verkleinwoorden

Na vandaag: 

• kun je meervouden spellen op -en en -s
  
• kun je verkleinwoorden spellen
  

meervoudsvormen

Wanneer is iets meervoud?

Enkelvoud - meervoud

De meeste zelfstandig naamwoorden kun je in enkelvoud 

en meervoud zetten. Bij het enkelvoud is er één van iets, 

bij het meervoud is er méér van iets.

Zo maak je een meervoud op -en

Je zet -en achter het woord: boek - boeken, product - producten

Soms moet je ook iets anders doen:

• De laatste letter verdubbelen: zus - zussen, bed - bedden
• Een a, e, o of u weghalen: schuur - schuren, bioscoop - bioscopen

Zo maak je een meervoud op -en

Je kunt ook een -s achter het woord zetten om meervoud te maken.

Zoals:

tafel --> tafels

wielrenner --> wielrenners

Let op: soms moet je daarnaast nog

- Een -f in een -v veranderen

Brief --> brieven; 

Duif --> duiven

- Een -s in een -z veranderen

Gans --> ganzen; 

Paleis --> paleizen

Een kat.... Twee

1. katen
2. katten
3. katers
4. kats

Een doos.... Twee .....

1. dosen
2. doosen
3. dozen
4. doozen

Meervoud: wat is het meervoud van piano?

1. pianos
2. pianoos
3. piano's
4. pianoo's

meervoud

1. kroketten
2. kroketen

Verkleinwoorden

Verkleinwoorden zijn de 'kleine' vorm van zelfstandig naamwoorden. 

In het Nederlands worden erg vaak verkleinwoorden gebruikt.

Noem een voorbeeld van een "verkleinwoord".

Zo vorm je een verkleinwoord

Je kan een woord kleiner maken door -je, -pje, -(e)tje.

Zo vorm je een verkleinwoord: 

hart - hartje

boom - boompje

vriendin - vriendinnetje

Let op!

Soms moet je bij zelfstandig naamwoorden die eindigen op -ng de -g veranderen in -k. 

Bijvoorbeeld bij:

Koning -> koninkje

Ketting -> kettinkje

Van zelfstandige naamwoorden kun je verkleinwoorden maken.

Boom

Wandeling

Huis

Stoel

Koning

Dus:

Verkleinwoorden maak je door -je achter het woord te zetten, maar soms moet je er andere letters aan toevoegen om het goed te laten klinken: -pje, -tje of -etje .

Heel soms moet je bij -ng de letter -g veranderen in een -k.

Een verkleinwoord is altijd een

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. lidwoord

Verkleinwoorden

1. tostietje
2. tosti'tje
3. tostie'tje
4. tostitje

Verkleinwoorden

1. colaatje
2. cola'tje
3. cola-tje

Verkleinwoorden

1. laatje
2. ladetje
3. laadje
4. ladje

Verkleinwoorden

1. woningkje
2. woninkje

Wat is het verkleinwoord?
Laptop

Schrijf de meervouden van de volgende woorden:

bloem

stoel

man

kind

boek

Wat is het verkleinwoord?
School