Vrienden: de Leeuw en de muis deel 1

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Startklaar 

- Stop je telefoon in je zakkie, op stil en in je tas

- Jas uit en over de stoel

- Leg  je etui met je pen en kleurpotloden op tafel

- Pak je laptop en start deze op

- Log in op www.lessonup.app 

       

      

Hoe ziet de les eruit?

- Inleiding

- Herhaling vorige les

- Bespreken leerdoelen 

- Voorkennis ophalen (wat weet ik er al van)

- Instructie zoekend lezen

- Aan de slag

- Afsluiting 

Inleiding

Vandaag lezen we een tekst over een leeuw en een muis.

Herhaling
Wat heb je nog onthouden van de vorige lessen begrijpend lezen?

Leerdoelen

Aan het einde van de les ...

- kan ik de inhoud van de tekst voorspellen (waar zal de tekst over gaan?)

- vragen over de tekst beantwoorden door zoekend te lezen

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

De les gaat over een leeuw en een muis.
Wat weet je er al van?
Typ alles wat je weet.

Inhoud voorspellen

Dit is de titel van de tekst:

Maak opdracht 1A op je oefenblad: 

welke verschillen tussen muizen en leeuwen ken je?

Inhoud voorspellen

Ik lees regel 1 tot 5 voor.

Luister goed en probeer dit voor je te zien.

Je maakt er een tekening van.

Doe dit in het lege vak bij opdracht 1B op je oefenblad.

Lezen

We lezen met elkaar de tekst.

Zet tijdens het lezen een streepje onder een woord dat je moeilijk vindt.

Na het lezen: wat zijn moeilijke woorden?

Instructie

We gaan vragen beantwoorden over de tekst. Dit doen we met 'zoekend lezen'. Hoe ga je dan aan de slag?

1. Kijk of er in de vraag een regelnummer staat. Daar zoek je naar het goede antwoord.
2. Kijk naar een belangrijk woord in de vraag. Waar staat dit belangrijke woord ook in de tekst? Daar zoek je naar het goede antwoord.

Aan de slag

We gaan aan de slag met opdracht 2.

Ik doe opdracht A en B hardop-denkend voor.

Opdracht C en D maak je met je buurman of -vrouw.

Opdracht E, F en G maak je zelfstandig.

Tenslotte bespreken we de antwoorden.

Afsluiting

Op de volgende slides staan een aantal vragen over de les en over de tekst.

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

Schrijf drie dingen op die je van de tekst hebt geleerd

Wat vond je moeilijk?

Welk cijfer geef je jezelf ?

-110

Welk cijfer geef je mij voor de les?

-210

Wat zou/kan ik de volgende keer beter of anders doen?