Lezen

Lezen
Blok 1 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lezen
Blok 1 

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog van vorige week?
Beantwoord de vragen

Slide 2 - Diapositive

Verkennen
Begrijpen

Verwerken

Slide 3 - Question de remorquage

Wat voor tekstdoel heeft een informerende tekst?

Slide 4 - Question ouverte

Wat voor tekstdoel heeft een amuserende tekst?

Slide 5 - Question ouverte

Wat voor tekstdoel heeft een aansporende tekst?

Slide 6 - Question ouverte

Wat voor tekstdoel heeft een uitleggende tekst?

Slide 7 - Question ouverte

Wat voor tekstdoel heeft een overtuigende tekst?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Lien

Wat voor tekstdoel zagen we op deze website?
A
Informeren
B
Uitleggen
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Lien

Wat voor tekstdoel zagen we op deze website?
A
Informeren
B
Uitleggen
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Lien

Wat voor tekstdoel zagen we op de website?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Uitleggen
D
Overtuigen

Slide 14 - Quiz

Iets nieuws!
Verkennend, zoekend of grondig lezen?

Slide 15 - Diapositive

Wat denk je dat
verkennend lezen is?

Slide 16 - Carte mentale

Verkennend lezen
Voor je een tekst leest, begin je altijd met verkennen: kijken naar de tekst en er alvast even over nadenken.
Wil je de inhoud van een tekst nog wat beter verkennen, dan ga je verkennend lezen. 
Je leest dan ook de eerste en de laatste zinnen van de tekst. Zo kun je nog beter voorspellen waar de tekst over zal gaan.

Slide 17 - Diapositive

Wat denk je dat
zoekend lezen is?

Slide 18 - Carte mentale

Zoekend lezen
Zoek je in een tekst alleen maar het antwoord op een vraag, ga dan zoekend lezen. Je leest niet de hele tekst, maar zoekt snel het antwoord op je vraag. Je gebruikt tussenkopjes en opvallende woorden als ‘zoekhulpjes’

Slide 19 - Diapositive

Wat denk je dat
grondig lezen is?

Slide 20 - Carte mentale

Grondig lezen
Soms moet je een tekst helemaal begrijpen, bijvoorbeeld voor een toets of een werkstuk. Dan ga je grondig lezen.

Je leest dan alle tekst en zoekt de moeilijke woorden op!

Slide 21 - Diapositive

Uit welke onderdelen
bestaat een tekst?

Slide 22 - Carte mentale

Tekst
  1. Titel 
  2. Inleiding 
  3. Tussenkopje/deelonderwerp 
  4. Middenstuk 
  5. Tussenkopje
  6. Slot

Slide 23 - Diapositive

Hoe noem je een stuk tekst?

Slide 24 - Question ouverte

Hoe noem je de zin of het woord boven een alinea?

Slide 25 - Question ouverte

Wat doet de schrijver in de inleiding?

Slide 26 - Question ouverte

Wat doet de schrijver in het middenstuk?

Slide 27 - Question ouverte

Wat doet de schrijver in het slot?

Slide 28 - Question ouverte

Aan de slag!
Kader 37 t/m 43
Basis 34 t/m 41
Het kan zijn dat de bladzijden niet kloppen. 
Lezen 1 herken je aan het groene vlak in de hoek, waar lezen 1 in staat

Slide 29 - Diapositive

Wat heb je vandaag
geleerd?

Slide 30 - Carte mentale