Les 21 Zuid-Amerika 3.7 & 3.8

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Wat is een oligarch?

Oligarchie

• Een kleine groep die de macht heeft
• Vertaald uit het grieks is het 'weinig' en 'heersen'
• Heeft niet per se iets te maken met olie
• Grote ongelijkheid

Planning

• Kijken naar de resultaten van de VIL
• Par 3.7: Economische integratie en infrastructuur
• Par 3.8: Politieke ontwikkelingen
• Quiz of je de stof hebt begrepen
• Box 2

Leerdoelen

• Je kent de adviezen van de Wereldbank aan de UNASUR om als continent meer concurrerend te worden.
  
• Je begrijpt het verband tussen de economische ontwikkeling van Zuid-Amerika en de integratie van de infrastructuur.
  
• Je begrijpt het verzet van de inheemse bevolking en natuurbeschermers tegen de nieuwe ‘ontwikkelingsassen’.
  
• Je weet hoe de meeste Zuid-Amerikaanse landen zich in de postkoloniale periode hebben ontwikkeld tot meer stabiele democratische landen.
  
• Je begrijpt waarom het neoliberalisme tot bottom-up democratisering en sociale participatie leidde.
  

1,63 nabijheid en 0,17 invloed

Par 3.7: Economische integratie en infrastructuur & Par 3.8: Politieke ontwikkelingen

Welke factoren zijn belangrijk voor economische groei?

Economische groei

Aanbevelingen door de wereldbank aan UNASUR

• Infrastructuur
• Bestuur
• onderwijs
• Exportvalorisatie

Wat is exportvalorisatie?

• Waaruit bestaat het exportpakket in Zuid-Amerika?
• Waarom is dat een risico?
• Leg het plaatje rechtsonder uit
• Wat zou ruilvoetsverslechtering zijn?

Infrastructuur

• Lage interregionale samenwerking
• Veel handel met de rest van de wereld
• Internationale ontwikkelingsassen
• China is de grootste investeerder

Nadelen infrastructuurprojecten

• Ontbossing
• Landgrabbing 

Bestuur (1800-2000)

Oligarchie naar democratie

• 1800: Dictatuur van een kleine elite
• 1930: Populistische regeringen
• 1945: Onstabiele democratie
• 2000 - heden: Toename stabiliteit en gelijkheid

1800: Oligarchie

• Dient de belangen van de elite
• Clientelisme

1930: Populistische regeringen

• Dictaturen
• Sterke leiders 

1945: Onstabiele democratie

• Democratie
• Verenigde  staten zijn een grote drijfkracht
• Neoliberaal
• Grote ongelijkheid

2000 - heden: Toename stabiliteit en gelijkheid

• Opkomst linkse partijen
• Bottom-up democratisering
• Sociale participatie
•  Nog een weg te gaan naar                                                                  'good governance'

Quiz

Hebben jullie wel opgelet?

Wat is UNASUR?

Op welke vier vlakken raadt de wereldbank UNASUR aan om te ontwikkelen?

Op welke manier lijkt landgrabbing op praktijken uit het koloniale verleden?

Waarom leidde het neolliberalisme tot de opkomst van sociale partijen?

Aan de slag

Box 2: Good governance

Huiswerk

3.7. Opdracht 2, 4 t/m 6

3.8. Opdracht 2, 4 t/m 6

+ BOX 3.8. (Inleveren op classroom)