Het bezittelijk voornaamwoord HV1
1 / 21
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In het Frans wordt de vorm van het bezittelijk voornaamwoord bepaald door:
A
Het onderwerp
B
Het zelfstandig naamwoord
Slide 2 - Quiz
Welke 3 bezittelijke voornaamwoorden ken je voor "mijn"?
Slide 3 - Question ouverte
Welke 3 bezittelijke voornaamwoorden ken je voor "jouw"?
Slide 4 - Question ouverte
Welke 3 bezittelijke voornaamwoorden ken je voor "zijn/haar"?
Slide 5 - Question ouverte
Als een vrouwelijk zn in het enkelvoud begint met een klinker/stomme h pak je de ...... vorm van het bez.vnw
Slide 6 - Question ouverte
Vul het goede bezittelijke voornaamwoord in:
(jouw) invitation
(jouw) invitation
Slide 7 - Question ouverte
Vul het goede bezittelijke voornaamwoord in:
(mijn) mère
(mijn) mère
Slide 8 - Question ouverte
Vul het goede bezittelijke voornaamwoord in:
(haar) broer
(haar) broer
Slide 9 - Question ouverte
Vul het goede bezittelijke voornaamwoord in:
(jouw) amis
(jouw) amis
Slide 10 - Question ouverte
Vul het goede bezittelijke voornaamwoord in:
(mijn) parents
(mijn) parents
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal:
zijn kind
zijn kind
Slide 12 - Question ouverte
Vertaal:
haar zoon
haar zoon
Slide 13 - Question ouverte
Vertaal:
mijn verjaardag
mijn verjaardag
Slide 14 - Question ouverte
Vertaal:
haar vriendin
haar vriendin
Slide 15 - Question ouverte
Vertaal:
jouw feest
jouw feest
Slide 16 - Question ouverte
Vertaal:
mijn grootouders
mijn grootouders
Slide 17 - Question ouverte
Vertaal:
zijn nicht
zijn nicht
Slide 18 - Question ouverte
Vertaal:
haar ouders
haar ouders
Slide 19 - Question ouverte
Vertaal:
jouw familie
jouw familie
